Hans Smulders

Plaatsvervangend Commandant bij Luchtmobiele Brigade

"Kijk niet raar op als je opeens je wapen moet pakken en het gevecht moet aangaan"

Hans Smulders is veteraan en medeoprichter van Bombs Away, een bedrijf dat onafhankelijk advies geeft voor de opsporing van ontplofbare oorlogsresten in een bepaald gebied. Met dit bedrijf geeft hij op zijn eigen manier vorm aan de talenten die hij bij Defensie heeft ontwikkeld. Hans vertelt over zijn militaire carrière en zijn werk bij Bombs Away.

Veteraan Hans Smulders: ‘Veel dingen die ik bij Defensie geleerd heb, gebruik ik nu nog in de praktijk’

Hans Smulders is veteraan en medeoprichter van Bombs Away, een bedrijf dat onafhankelijk advies geeft voor de opsporing van ontplofbare oorlogsresten in een bepaald gebied. Met dit
bedrijf geeft hij op zijn eigen manier vorm aan de talenten die hij bij Defensie heeft ontwikkeld. Hans vertelt over zijn militaire carrière en zijn werk bij Bombs Away.

Hoe zag jouw militaire carrière eruit?
“Ik ben dienstplichtig opgekomen in 1983 bij de Technische Dienst. Ik werd toen monteur bij 13 Herstelcompagnie. Deze diensttijd heeft bijna twaalf maanden geduurd. Na die twaalf maanden moest ik bij de commandant komen en kreeg ik te horen dat ik was aangenomen bij de KMS, de Koninklijke Militaire School. Hier worden onderofficieren opgeleid. Daar had ik eerder al gesolliciteerd. Op een typische defensiemanier betekende dat dus dat ik me de volgende dag moest melden in Weert voor een open dag. Na het KMS heb ik gekozen voor de Genie, het bouwbedrijf van de Landmacht. Eerst was ik groepscommandant bij de 43 Pantsergenie Compagnie en vervolgens heb ik een paar instructiefuncties gehad in Vught.

“In 1993 kwam het mooiste deel van mijn diensttijd. Ik mocht me toen melden in Schaarsbergen voor een OPC-functie (plaatsvervangend commandant) bij de Luchtmobiele Brigade. Die stond op dat moment in de steigers. We hebben in die tijd aan deze compagnie mogen bouwen en in die tijd heb ik de hele wereld gezien. Ik heb bijvoorbeeld als kerninstructeur een oefening in de jungle van Maleisië mogen aansturen. Dat is hartstikke gaaf natuurlijk! De bedoeling was dat ik later mensen kon opleiden die mee zouden gaan op uitzending. Op dat moment was het idee dat de Luchtmobiele Brigade de mariniers zou vervangen in Cambodja. Dat werd uiteindelijk niet Cambodja, maar Srebrenica. Ik zat daar bij Dutchbat II. We hebben daar zes maanden een redelijk rustige uitzending gehad. We zaten zes maanden voor het drama.

 

“In 1996 ging ik weer die kant op. Na die uitzending heb ik goede gesprekken met het thuisfront gehad. We hebben toen besloten dat ik thuis zou blijven. Ik heb toen nog kort bij Defensie gewerkt, maar in 1998 ging ik om me heen kijken om Defensie te verlaten. Ik had geen vrede meer met de bezuinigingen en zag weinig toekomstperspectief.”

Kun je de sfeer bij Defensie in 1998 beschrijven?
“Er heerste het idee dat het voorlopig vrede zou zijn en dat mensen bij Defensie beter iets anders konden gaan doen. Veel mensen vertrokken door bezuinigingen, waardoor we met minder mensen meer werk moesten doen. Op een gegeven moment houdt dat een keer op. Daarnaast hadden we te maken met de eerste lichting beroepssoldaten. Dat was lastig, omdat je hele goeie kerels zag vertrekken omdat Defensie niet betaalde. Ze konden thuis niet rondkomen met hun salaris”.

Heb je na je vertrek nog wat gedaan met de ervaring en kennis die je bij Defensie hebt opgedaan?
“Bij Defensie heb ik als laatste een hele mooie functie gehad als instructeur bij beroepsopleidingen. Ik leidde beroepsmilitairen op. Hartstikke leuk, maar na drie keer had ik dat ook gezien. Wat moet je dan? Ik wist echt geen leuke functie meer binnen Defensie. “Bij een reünie van luchtmobiel sprak ik de oud-commandant van de EOD (Explosieven
Opruimingsdienst). Hij had een van de eerste opsporingsbedrijven en nodigde me uit om bij hem te komen werken. Ik was toen al weg bij Defensie. In de tussentijd had ik bij een uitzendbureau voor bouwvakkers gezeten, maar dat vond ik echt verschrikkelijk. Toen ik de kans kreeg om bij een ander bedrijf te werken, nam ik die met beide handen aan.

“Ik heb zeven jaar bij dat bedrijf gewerkt en er heel veel geleerd. Na die zeven jaar had ik steeds minder zin om constant in slecht weer buiten te lopen. Ik wilde iets anders gaan doen. Toen ben ik als adviseur explosievenopsporing bij Rijkswaterstaat aan de slag gegaan. Ik merkte dat daar geen enkele kennis was over het opsporen van explosieven. Eerst werkte ik vanuit een bedrijf voor Rijkswaterstaat, eerst via TAUW en later vanuit Saricon. Dat was een groot opsporingsbedrijf, maar
het moederbedrijf ging helaas failliet. Vervolgens werden we doorverkocht aan een grote aannemer, maar dat vond ik niks. Mijn eerste idee was om voor mezelf te gaan werken, maar toen raakte ik in gesprek met Thierry van den Berg, op dat moment een collega. Hij wilde ook weg, dus we vroegen aan elkaar wat we gingen doen nu. Van het een kwam het ander en hij is degene met wie ik nu Bombs Away run.”

Wat doet Bombs Away?
“Bombs Away is een adviesbureau. Wij houden ons bezig met het schrijven van rapportages waarin we aangeven of er voor een bepaald gebied een verhoogd risico geldt voor het aantreffen van explosieven. In Groningen en Drenthe heb je bijvoorbeeld minder kans op een explosief, terwijl het in Nijmegen en Arnhem juist wel kan. Wij geven het advies aan de opdrachtgever of er een opsporing uitgevoerd moet worden. We hebben verschillende soorten mensen in dienst, van historici en archeologen tot adviseurs voor vervolgwerkzaamheden. Soms moeten we zelf regelen dat de grond bomvrij wordt, soms hoeven we alleen over de schouder mee te kijken. We vinden het vooral belangrijk dat we onafhankelijk blijven. Ik doe zelf meer het adviserende gedeelte en Thierry als historicus vooral het onderzoeksgedeelte. Verder hebben we 22 man in dienst die elkaar allemaal aanvullen. Dat is een hele sterke formule.”

Hoe kijk je nu terug op je tijd bij Defensie?
“Echt een fantastische tijd! Vooral de verhalen zijn geweldig. Het is heel leuk om een biertje te drinken met een oud-collega en al die verhalen op te rakelen. Ik was natuurlijk niet tevreden over een aantal dingen, maar ik doe nu alsnog Defensie-achtig werk. Wat ik geleerd heb bij Defensie is allemaal niet voor niks geweest. Als je van avontuur houdt moet je zeker bij Defensie gaan, maar kijk niet raar op als je opeens je wapen moet pakken en het gevecht moet aangaan.”

Hans Smulders

Plaatsvervangend Commandant bij Luchtmobiele Brigade

Hans Smulders

Plaatsvervangend Commandant bij Luchtmobiele Brigade

"Kijk niet raar op als je opeens je wapen moet pakken en het gevecht moet aangaan"

Hans Smulders is veteraan en medeoprichter van Bombs Away, een bedrijf dat onafhankelijk advies geeft voor de opsporing van ontplofbare oorlogsresten in een bepaald gebied. Met dit bedrijf geeft hij op zijn eigen manier vorm aan de talenten die hij bij Defensie heeft ontwikkeld. Hans vertelt over zijn militaire carrière en zijn werk bij Bombs Away.

Veteraan Hans Smulders: ‘Veel dingen die ik bij Defensie geleerd heb, gebruik ik nu nog in de praktijk’

Hans Smulders is veteraan en medeoprichter van Bombs Away, een bedrijf dat onafhankelijk advies geeft voor de opsporing van ontplofbare oorlogsresten in een bepaald gebied. Met dit
bedrijf geeft hij op zijn eigen manier vorm aan de talenten die hij bij Defensie heeft ontwikkeld. Hans vertelt over zijn militaire carrière en zijn werk bij Bombs Away.

Hoe zag jouw militaire carrière eruit?
“Ik ben dienstplichtig opgekomen in 1983 bij de Technische Dienst. Ik werd toen monteur bij 13 Herstelcompagnie. Deze diensttijd heeft bijna twaalf maanden geduurd. Na die twaalf maanden moest ik bij de commandant komen en kreeg ik te horen dat ik was aangenomen bij de KMS, de Koninklijke Militaire School. Hier worden onderofficieren opgeleid. Daar had ik eerder al gesolliciteerd. Op een typische defensiemanier betekende dat dus dat ik me de volgende dag moest melden in Weert voor een open dag. Na het KMS heb ik gekozen voor de Genie, het bouwbedrijf van de Landmacht. Eerst was ik groepscommandant bij de 43 Pantsergenie Compagnie en vervolgens heb ik een paar instructiefuncties gehad in Vught.

“In 1993 kwam het mooiste deel van mijn diensttijd. Ik mocht me toen melden in Schaarsbergen voor een OPC-functie (plaatsvervangend commandant) bij de Luchtmobiele Brigade. Die stond op dat moment in de steigers. We hebben in die tijd aan deze compagnie mogen bouwen en in die tijd heb ik de hele wereld gezien. Ik heb bijvoorbeeld als kerninstructeur een oefening in de jungle van Maleisië mogen aansturen. Dat is hartstikke gaaf natuurlijk! De bedoeling was dat ik later mensen kon opleiden die mee zouden gaan op uitzending. Op dat moment was het idee dat de Luchtmobiele Brigade de mariniers zou vervangen in Cambodja. Dat werd uiteindelijk niet Cambodja, maar Srebrenica. Ik zat daar bij Dutchbat II. We hebben daar zes maanden een redelijk rustige uitzending gehad. We zaten zes maanden voor het drama.

 

“In 1996 ging ik weer die kant op. Na die uitzending heb ik goede gesprekken met het thuisfront gehad. We hebben toen besloten dat ik thuis zou blijven. Ik heb toen nog kort bij Defensie gewerkt, maar in 1998 ging ik om me heen kijken om Defensie te verlaten. Ik had geen vrede meer met de bezuinigingen en zag weinig toekomstperspectief.”

Kun je de sfeer bij Defensie in 1998 beschrijven?
“Er heerste het idee dat het voorlopig vrede zou zijn en dat mensen bij Defensie beter iets anders konden gaan doen. Veel mensen vertrokken door bezuinigingen, waardoor we met minder mensen meer werk moesten doen. Op een gegeven moment houdt dat een keer op. Daarnaast hadden we te maken met de eerste lichting beroepssoldaten. Dat was lastig, omdat je hele goeie kerels zag vertrekken omdat Defensie niet betaalde. Ze konden thuis niet rondkomen met hun salaris”.

Heb je na je vertrek nog wat gedaan met de ervaring en kennis die je bij Defensie hebt opgedaan?
“Bij Defensie heb ik als laatste een hele mooie functie gehad als instructeur bij beroepsopleidingen. Ik leidde beroepsmilitairen op. Hartstikke leuk, maar na drie keer had ik dat ook gezien. Wat moet je dan? Ik wist echt geen leuke functie meer binnen Defensie. “Bij een reünie van luchtmobiel sprak ik de oud-commandant van de EOD (Explosieven
Opruimingsdienst). Hij had een van de eerste opsporingsbedrijven en nodigde me uit om bij hem te komen werken. Ik was toen al weg bij Defensie. In de tussentijd had ik bij een uitzendbureau voor bouwvakkers gezeten, maar dat vond ik echt verschrikkelijk. Toen ik de kans kreeg om bij een ander bedrijf te werken, nam ik die met beide handen aan.

“Ik heb zeven jaar bij dat bedrijf gewerkt en er heel veel geleerd. Na die zeven jaar had ik steeds minder zin om constant in slecht weer buiten te lopen. Ik wilde iets anders gaan doen. Toen ben ik als adviseur explosievenopsporing bij Rijkswaterstaat aan de slag gegaan. Ik merkte dat daar geen enkele kennis was over het opsporen van explosieven. Eerst werkte ik vanuit een bedrijf voor Rijkswaterstaat, eerst via TAUW en later vanuit Saricon. Dat was een groot opsporingsbedrijf, maar
het moederbedrijf ging helaas failliet. Vervolgens werden we doorverkocht aan een grote aannemer, maar dat vond ik niks. Mijn eerste idee was om voor mezelf te gaan werken, maar toen raakte ik in gesprek met Thierry van den Berg, op dat moment een collega. Hij wilde ook weg, dus we vroegen aan elkaar wat we gingen doen nu. Van het een kwam het ander en hij is degene met wie ik nu Bombs Away run.”

Wat doet Bombs Away?
“Bombs Away is een adviesbureau. Wij houden ons bezig met het schrijven van rapportages waarin we aangeven of er voor een bepaald gebied een verhoogd risico geldt voor het aantreffen van explosieven. In Groningen en Drenthe heb je bijvoorbeeld minder kans op een explosief, terwijl het in Nijmegen en Arnhem juist wel kan. Wij geven het advies aan de opdrachtgever of er een opsporing uitgevoerd moet worden. We hebben verschillende soorten mensen in dienst, van historici en archeologen tot adviseurs voor vervolgwerkzaamheden. Soms moeten we zelf regelen dat de grond bomvrij wordt, soms hoeven we alleen over de schouder mee te kijken. We vinden het vooral belangrijk dat we onafhankelijk blijven. Ik doe zelf meer het adviserende gedeelte en Thierry als historicus vooral het onderzoeksgedeelte. Verder hebben we 22 man in dienst die elkaar allemaal aanvullen. Dat is een hele sterke formule.”

Hoe kijk je nu terug op je tijd bij Defensie?
“Echt een fantastische tijd! Vooral de verhalen zijn geweldig. Het is heel leuk om een biertje te drinken met een oud-collega en al die verhalen op te rakelen. Ik was natuurlijk niet tevreden over een aantal dingen, maar ik doe nu alsnog Defensie-achtig werk. Wat ik geleerd heb bij Defensie is allemaal niet voor niks geweest. Als je van avontuur houdt moet je zeker bij Defensie gaan, maar kijk niet raar op als je opeens je wapen moet pakken en het gevecht moet aangaan.”

Hans Smulders

Plaatsvervangend Commandant bij Luchtmobiele Brigade

Stichting Onbekende Helden
Nachtegaallaan 11
5731 XP Mierlo 

Telefoon: 0800 – 300 150
(van 10.00 tot 16.00 uur)