Veteraan Bart Noordzij en leidinggevende Arno Storm, ceo RST (Rotterdam Shortsea Terminals)

"Levenservaring veteraan verrijkt het bedrijfsleven"

In de serie “Veteranen, mensen met Ongekende Krachten” praat oud-nieuwslezer en filmer Gijs Wanders met veteraan Bart Noordzij en zijn leidinggevende Arno Storm, ceo van RST (Rotterdam Shortsea Terminals).

Bart Noordzij komt uit een militaire familie. Hij liet zich al vroeg inspireren om het leger in te gaan.

“Mijn vader werd commandant van het Garderegiment Fuseliers Prinses Irene toen ik een jaar of twaalf was. Er zaten in die tijd nog veel oud-strijders bij, Engelandvaarders. Ze hadden veel meegemaakt en straalden kameraadschap uit. Tastbare geschiedenis. Hun verhalen fascineerden me. Ik wilde later ook bij die eenheid.”
“Mijn vader kwam met mooie verhalen thuis. Dat trok me aan. Wat indruk maakte waren uniformen, wapens, militaire voertuigen. Ik was op die leeftijd nog niet bezig met de wereld verbeteren. Voorop stond het avontuur, het buiten zijn, op oefening gaan, sporten. Pas later kwam er idealisme bij: we doen ook iets goeds.”

Tweemaal ging Bart Noordzij op missie naar Afghanistan, in 2007 en 2009. Hij was er pelotonscommandant.

“We waren daar in mijn beleving om het land een stukje veiliger te maken. We konden de Afghanen ook wat leren. Hoe zet je een business op? Hoe genereer je elektriciteit? Dankzij onze aanwezigheid konden meisjes naar school. Dat vond ik mooi.”
“Nu de Taliban weer aan de macht zijn hoor je mensen zeggen dat onze missie niet is geslaagd. We zijn inderdaad te vroeg weggegaan. Maar als ik het voor mezelf wat kleiner maak dan vind ik dat we wel degelijk iets hebben bereikt. Ik heb mensen zien lachen. We hebben bruggen en dammen gebouwd waardoor het land minder snel overstroomt. Meisjes hebben onderwijs gehad. We hebben laten zien dat het ook anders kan.”

“Alles begint met vertrouwen en respect”
(Bart Noordzij)

Hij herinnert zich de gastvrijheid van de Afghanen, maar ook de hardheid van de samenleving. Middeleeuwse taferelen die hem deden denken aan een kerststal, lemen huisjes, een dief bij wie als straf de hand was afgehakt, kinderen met blote voeten in de winter. Ook de onderlinge kameraadschap vergeet hij niet. Hebben de missies hem veranderd?

Noordzij: “Ze hebben me deels zeker gevormd. Dat geldt trouwens voor mijn hele tijd bij Defensie. Je krijgt doorzettingsvermogen, je wordt creatief, je leert snel te schakelen, je ziet het belang van werken in een team. Alles begint met vertrouwen en respect. Dat moet je eerst zelf geven voordat je het terug kunt verwachten. Defensie heeft me zoveel geleerd, aspecten die je tijdens missies in de praktijk moet brengen.”

De missies waren met gevaar voor eigen leven. Was hij zich daarvan bewust?

“Ik was daar helemaal niet mee bezig. We hadden het volste vertrouwen in ons kunnen. We waren goed getraind. Toen er in mijn persoonlijke omgeving en onder mijn commando mensen sneuvelden of gewond raakten, werd ik daar wel bewust van. Het maakte me scherper. Het speelde wel in de laatste dagen van je uitzending. Wanneer je vlak voor vertrek naar huis nog een laatste opdracht kreeg zag je de mannen denken: moeten we dit nog wel doen? Angst wil ik het niet noemen. Je werd wat voorzichtiger.”

Bart Noordzij werkt nu in de burgermaatschappij, in de haven van Rotterdam. Hoe zou zijn leidinggevende, Arno Storm, de veteraan willen typeren?

Storm: “Bart is een fijn mens, een warme persoonlijkheid. Hij is een echte leider, iemand die het voortouw neemt, die mensen kan meenemen en die het beste uit hen haalt. Hij is oplossingsgericht. Niets is te veel voor hem. Hij schakelt snel en heeft aan een paar woorden genoeg. Ik ben heel blij dat hij bij ons werkt.”

Bart Noordzij ging ervan uit dat Defensie een baan voor het leven was. Toch maakte hij de overstap naar het bedrijfsleven. Waarom?

“Een oud-collega en vriend van me was in de haven gaan werken. Hij vroeg me langs te komen voor een bak koffie. Hij sprak enthousiast over zijn baan. Er kwam een functie naast hem vrij. Of dat niet iets voor mij was. Ik vond niet dat ik zo nodig het leger uit moest. Ik had ook nooit ergens anders naar gekeken. Wel leek het me interessant om een keer een sollicitatieprocedure mee te maken, om te kijken wat mijn militaire cv waard was in de burgermaatschappij.”
“Er speelde nog iets anders. We hadden net ons eerste kleintje gekregen. Ik zou hem elke avond in bed kunnen leggen. Ik zou hem kunnen zien opgroeien. Hoe vaak hoorde ik niet van collega’s: mijn dochter wordt 6, het is de eerste verjaardag die ik meemaak, of: bij de eerste stapjes zat ik op die en die oefening. Toen dacht ik, ik kan er wél bij zijn als ik deze baan aanneem.”
“Natuurlijk had ik twijfels. Die uitte ik ook tegenover mijn toenmalig leidinggevende, een generaal. Hij zei: als je binnen een jaar spijt krijgt moet je me bellen. Toen dacht ik, dit is een vrijbrief, stom als ik het niet probeer. Ik heb nooit meer achteromgekeken.”
“Er bleken veel parallellen te zijn met mijn werk bij Defensie. Leidinggeven, werken met zwaar materiaal, een dynamische omgeving, logistiek regelen, zware focus op veiligheid. Geen dag is dezelfde. Ik zeg wel eens voor de gein: het is alleen niet meer slapen in het bos en niet meer sporten in de tijd van de baas, zoals je wel aan mij kunt zien.”

“Hij kijkt niet alleen naar zijn eigen verantwoordelijkheid, hij denkt breder”
(Arno Storm)

Bart Noordzij is coo bij RST, operationeel directeur. Arno Storm staat als ceo formeel een treetje hoger. Beide mannen zijn niet alleen collega’s maar ook bevriend. Bovendien delen ze een militair verleden.

Arno Storm: “Toen ik Bart leerde kennen was ik plaatsvervangend compagniescommandant. Tijdens mijn militaire carrière ben ik driemaal op missie geweest. Ik ben dus zelf ook veteraan. Of ik daarmee als leidinggevende objectief kan oordelen over de ongekende krachten van Bart op de werkvloer? (lachend) Dat betwijfel ik. Daarvoor kennen we elkaar te goed. Aan de andere kant is het mooie aan militairen of voormalig militairen dat ze heel open en direct zijn. Bart en ik zijn kritisch naar elkaar. Verbeterpunten worden benoemd. Dat geeft onze samenwerking een stevige basis.”
“Ik durf te zeggen dat Bart veel kwaliteiten heeft meegenomen van Defensie. Dat zie je aan zijn manier van leidinggeven. Hij kijkt niet alleen naar zijn eigen verantwoordelijkheid, hij denkt breder. Dat is typerend voor een militair. Bart kijkt naar de belangen van het bedrijf, van zijn collega’s, van de aandeelhouders.”
“Hij gebruikt zijn rugzak met tools niet op een dusdanige manier dat het vervelend of bedreigend overkomt op zijn collega’s. Hij is niet pusherig, maar juist open en benaderbaar. Hij weet een goede balans te bewaren tussen prioriteit en datgene wat misschien ook morgen kan. Het verklaart zijn succes binnen onze organisatie.”

Toch moest Bart Noordzij in de eerste jaren na Defensie wel wennen aan de mentaliteit in het bedrijfsleven.

Noordzij: “Opeens had je te maken met vakbonden, stakingen, cao-onderhandelingen. Als je mensen vroeg of ze een uurtje langer wilden blijven om iets af te maken dan hielden ze hun hand op: wat krijg ik ervoor? Of je kreeg de reactie: dat staat niet in mijn functiebeschrijving. Dat herkende ik niet van waar ik vandaan kwam. Ik wilde het niet meteen veroordelen. Ik zag het vooral als een uitdaging. Hoe krijg ik de mensen hierin mee?”

Noordzij legt de lat hoog voor zichzelf. Hij realiseert zich dat zoiets bedreigend kan overkomen op collega’s.

“Bij militairen denken mensen vaak aan Amerikaanse drill sergeants met die hoeden op die tegen je staan te schreeuwen. Maar zo heb ik nooit leidinggegeven. Zo heb ik anderen in het leger ook nooit leiding zien geven. Bij Defensie ben je afhankelijk van elkaar. Ieder heeft zijn specialisme. Je betrekt ze allemaal bij het maken van plannen. Je kunt als leider wel een stip op de horizon zetten, maar hoe je daar komt bepaal je als team.”
“Bij Defensie leer je in eerste instantie soldaat te zijn. Je moet je eigen spullen op orde hebben. In een gevecht zijn we allemaal gelijk. We moeten op elkaar kunnen bouwen. Ook de leider staat met zijn poten in de klei. Als het nodig is neemt hij werk van een ander over. Zo spring ik in mijn huidige baan ook wel eens bij. We zijn een team. Ik proef geen irritatie over mijn arbeidsethos. Integendeel, ik herken juist waardering.”
“Vertrouwen en respect zijn de fundering van een team. Het begint ermee dat ik het zelf als leidinggevende moet geven. Wanneer ik mensen beperk en controleer met allerlei regeltjes krijg ik geen vertrouwen. Respect voor elkaar bereik je alleen als je de dingen bespreekbaar maakt. Heeft iemand een grote mond dan moet je durven zeggen: joh, kom eens even zitten, kan het niet ook op een andere manier? Als we niet eerlijk zijn naar onszelf over ons gedrag en de resultaten dan gaan we ook nooit groeien.”

“Je moet het niet vergelijken met wat je had”
(Bart Noordzij)

Veel veteranen missen de kameraadschap zodra ze het leger verlaten. Bij Defensie waren ze een team, in de burgermaatschappij zijn ze meer een individu. Bart Noordzij heeft dat niet zo ervaren.

Noordzij: “Het is een spannende stap. Veel militairen twijfelen. Gaat het lukken? Sluiten mijn competenties wel aan bij de burgermaatschappij? Vind ik er dezelfde sfeer?”
“Ik zag mijn nieuwe baan vooral als een mooie uitdaging. Je moet niet vergelijken met wat je had. Dan kom je erachter dat je dat niet vindt. Ik heb collega’s teleurgesteld zien raken. Kijk vooruit en probeer alles wat je hebt geleerd en belangrijk vindt te implementeren in je nieuwe baan.”
“Mijn vader heeft ook ooit voor zo’n kans gestaan om de dienst uit te gaan. Dat heeft hij destijds niet gedaan. Misschien heeft hij zich altijd wel afgevraagd: wat als? Ik heb die kans wel gegrepen en het ging hartstikke goed.”
“Ik kan dit werk doen vanwege mijn achtergrond bij Defensie. Alles begon bij mijn fascinatie voor het leger als klein jongetje. Mijn droom heb ik nagejaagd. En ja, ik ben heel blij met waar ik nu sta.”
“Ik heb nog veel contact met de jongens van toen. De social media maken de afstand kort. Ik ga ook naar reünies en veteranendagen waardoor ik het niet helemaal heb afgesloten. Maar ik keek en kijk niet terug vanuit een gevoel van gemis.”

Bij de containerterminal RST werken enkele honderden mensen. Onder hen zijn meerdere veteranen. Is dat bewust beleid van de directie?

Arno Storm: “Nee, maar als een sollicitant bij Defensie heeft gewerkt staat er voor ons wel een plusje achter die naam. Hij of zij zal zeker worden uitgenodigd voor een gesprek. Je weet dat die persoon in staat is tot samenwerking, z’n nek durft uit te steken, waarden heeft meegekregen die aansluiten bij ons bedrijf.”
“Ik zou het niet meteen ongekende krachten willen noemen. Die term vind ik nogal zwaar. Maar het gaat bij veteranen wel degelijk om krachten die de moeite waard zijn. Ze hebben zichzelf overeind gehouden in missiebieden, als team, met een gefocuste aanpak en een can do-mentaliteit. Dat nemen ze allemaal mee naar jouw bedrijf.”
“Angst voor veteranen met littekens heb ik niet. Je moet mensen altijd een kans geven. Een stempel op iemand drukken is makkelijk gedaan. Je moet daaraan voorbij kijken. Ook veteranen met trauma’s hebben aantoonbaar levenservaring opgedaan die waardevol en toepasbaar is binnen het bedrijfsleven.”

“Bij sollicitaties heeft de veteraan wel een plusje”
(Arno Storm)

Bart Noordzij is blij dat veteranen de laatste 10 jaar steeds beter in beeld zijn gekomen. Hij betreurt het dat ze nog vaak worden geassocieerd met ptss.

Noordzij: “Daar lopen veteranen nog wel eens tegenaan. Je hebt vervelende dingen meegemaakt dus je moet wel iets hebben opgelopen. Natuurlijk moet er aandacht en zorg zijn voor veteranen met littekens, en dat doen we nog steeds, maar we moeten ook beseffen dat veruit de meerderheid ongeschonden thuiskomt. Voor hen heeft de missie een grote meerwaarde gehad.”
“Gelukkig zie je dat de bekendheid met de veteraan groeit en de waardering toeneemt. Steeds meer werkgevers durven het aan om mensen van Defensie aan te nemen. Ik zie dat veel oud-collega’s goed terecht zijn gekomen in het bedrijfsleven. Hoe groter de groep, hoe groter de bekendheid. Maar er is nog een wereld te winnen.”

Voelt zijn leidinggevende zich veteraan?

Arno Storm: “Ik ben heel trots op mijn tijd bij Defensie, ook al ben ik niet actief binnen de wereld van veteranen. Vorig jaar hadden we een feest van het Havenbedrijf Rotterdam. De dresscode was smoking. Trots droeg ik mijn medailles. Iemand vroeg of ik zo vaak de Vierdaagse had gelopen. Ik zei: die heb ik inderdaad ook gelopen, maar daarnaast heb ik nog wat andere dingen gedaan. Op dat soort momenten kan ik als ambassadeur van Defensie mijn verhaal doen. Dat vind ik belangrijk. Dan voel ik me absoluut veteraan.”
“We hebben gefunctioneerd in lastige omstandigheden. We zijn langere tijd van huis geweest en hebben een klus geklaard. We hebben ons ingezet voor doelen die verder gaan dan je eigen carrière. Deze bijzondere prestaties worden gelukkig steeds meer door de samenleving gezien en gewaardeerd. Het is mooi dat ze nu ook onder de aandacht worden gebracht van het bedrijfsleven.”

En Bart Noordzij, voelt hij zich veteraan?

Noordzij: “Natuurlijk voel ik me veteraan. Dat is een gevoel van trots, niet zozeer op mezelf maar op ons als groep veteranen. Wij hebben ver van huis voor complexe situaties gestaan. Ons doel was de wereld een beetje veiliger en beter te maken. Ja, daar mogen we trots op zijn.”

Er is veel onrust en dreiging in de wereld. Wat als onze vrijheid in het geding is?

Bart Noordzij: “Mocht het nodig zijn dan zal ik me inzetten waar dat nuttig is. Ik ben nog geen reservist. Daar denk ik wel over na. Uiteindelijk hebben wij, ook mijn gezin, altijd de dingen kunnen doen die we wilden doen door de vrijheid die we hebben. Dan moeten we die vrijheid wel koesteren en beschermen. Daar wil en kan ik een rol bij spelen.”

Veteraan Bart Noordzij en leidinggevende Arno Storm, ceo RST (Rotterdam Shortsea Terminals) in gesprek met oud-nieuwslezer en filmer Gijs Wanders.

Zoeken
Sluit dit zoekvak.

Stichting Onbekende Helden
Nachtegaallaan 11
5731 XP Mierlo 

Telefoon: 0800 – 300 150
(van 10.00 tot 16.00 uur)