Veteraan Royan van Velse, leidinggevende Remko Walsweer en Anthonita van Egmond, manager marketing en communicatie van PreZero

"Hij heeft een intrinsieke motivatie om zichzelf altijd te verbeteren"

In de serie ‘Veteranen, mensen met Ongekende Krachten’ praat oud-nieuwslezer en filmer Gijs Wanders met veteraan Royan van Velse, zijn werkgever Remko Walsweer (financieel directeur van PreZero) en zijn collega Anthonita van Egmond (manager Marketing en Communicatie van PreZero).

Het verhaal van Royan van Velse begint in Frankrijk.

“Ik zat op een buitenlandse school. Er werd veel aan sport gedaan. In alles lag de nadruk op teamgeest. Ik wist waar mijn toekomst lag. Ik moest fysiek bezig zijn, avontuur beleven en iets voor mensen kunnen betekenen.”

Na zijn middelbare school studeerde hij rechten in Utrecht. Hij woonde bij zijn ouders in Loosdrecht. Als hij de hond uitliet kwam hij langs de kazerne in Hollandsche Rading.

“Elke keer dacht ik: dit is wat ik wil. Ik wil geen rechten studeren, ik wil het leger in. Ik meldde me bij de KMA, de militaire academie in Breda, en werd aangenomen. Zo begon mijn militaire carrière.”

Van Velse koos voor de infanterie. Dat was actief, avontuurlijk en stoer. Maar hij kwam erachter dat de geneeskundige dienst beter bij hem paste. Hij vond het humanitaire aspect belangrijk: iets doen voor mensen, voor de samenleving.

“Ik ben uitgeleend aan het internationale Rode Kruis en ging naar meerdere missiegebieden. Een jaar naar de Balkan, een jaar naar West-Afrika. Ik zat tijdens de burgeroorlog in Liberia en was ook lange tijd in Burundi. Ik werkte in Rwanda tijdens de genocide daar. In Angola was ik als blauwhelm, als militair voor de VN.”

Zijn herinneringen zijn voor 90 procent positief, 10 procent noemt hij minder leuk.

“Soms zat ik als enige westerling in een groot gebied. Dan zoek je automatisch contact met de lokale bevolking. Je doet mee met hun feesten en ceremonies. Maar heb ook vreselijke dingen gezien. Ik ben beschoten, gegijzeld en mishandeld. Dat speelt nog wel eens op.”

Momenteel werkt Royan van Velse in de burgermaatschappij. Hij is hoofd inkoop bij PreZero, een internationaal bedrijf dat afval inzamelt en verwerkt tot grondstoffen voor nieuwe producten. Remko Walsweer is er financieel directeur. Wat weet hij van de militaire achtergrond van Royan van Velse?

Walsweer: “Toen Royan hier kwam werken wist ik dat hij militair was geweest. In detail spraken we niet over zijn ervaringen. Gaandeweg leerde ik hem beter kennen en kwam ik erachter dat hij ptss heeft.”

“Ik ben beschoten, gegijzeld en mishandeld. Dat speelt nog wel eens op”
(Royan)

Royan van Velse sprak eerst niet over zijn trauma’s.

Van Velse: “Dat is mijn leven, dat is privé, dat is het verleden. Ik wilde niet worden gezien als iemand met een angststoornis. Ik functioneerde gewoon. Ik was bang dat elke keer als ik iets zou doen, dat mensen dan zouden denken of zeggen, hij reageert zo omdat-ie ptss heeft.”

Hoe zou Remko Walsweer de veteraan willen typeren?

“Royan is heel veelzijdig en iemand met veel enthousiasme. Hij heeft een vliegbrevet, is duikinstructeur, schrijft boeken over zijn vakgebied maar ook romans, hij is voorzitter van een voetbalclub terwijl hij nooit heeft gevoetbald. Royan blijft me verbazen.”
“Ik zie in hem zeker de veteraan terug. Hij is heel gestructureerd en gedisciplineerd. Dat leer je in het leger. Hij is ook wel hiërarchisch ingesteld. Jij bent de baas, dus jij hebt in principe gelijk. En door Plouf, zijn hulphond, blijven we ons bewust van zijn defensieverleden.”

Royan van Velse vindt dat Defensie hem heeft gevormd.

Van Velse: “Defensie is goed in teambuilding. Je moet kunnen vertrouwen op de mensen die om je heen staan. Je ontwikkelt ook veerkracht. Je gaat vaak onderuit, maar je vindt altijd weer de moed om door te gaan. Opkrabbelen, kruipen, lopen en verder. Je wordt steeds beter.”
“‘Vroeger werd wel gezegd dat werken in het leger geen beroep was. Tegenwoordig zie je dat coachen, leiden en begeleiden, een belangrijk vak is in de maatschappij. Dat is wat militairen en ex-militairen goed kunnen, ongeacht de rang die ze hebben gehad. Ze creëren een warm en hecht team.”
“Dat klinkt natuurlijk allemaal positief. Ondertussen kreeg ik wel steeds meer last van de vele missies. Ik ging maar door om niet na te hoeven denken. Ik begon slechter te slapen, kreeg herbelevingen en angstaanvallen, ik werd bang voor duisternis. Overdag stond ik altijd met de rug afgeschermd, constant om me heen kijkend. Ik had overal spierpijn.”

Van Velse zocht en kreeg hulp, onder meer van het Veteraneninstituut. Zijn hond Plouf haalde een certificaat als hulphond. De zware medicatie bleek niet meer nodig.

“De medicijnen had ik nodig om te kunnen slapen, om de angst voor de nacht te onderdrukken. Als ik nu nachtmerries heb komt Plouf tegen me aanliggen en haalt me uit de nachtmerrie. Dan slaap ik door zonder wakker te worden. Overdag komt ze bij me staan zodra ik stress voel opkomen.”

De veteraan vond de overgang van Defensie naar de burgermaatschappij wel even wennen.

(Lachend) “Telkens als ik naar buiten ging was ik op zoek naar mijn baret. Natuurlijk miste ik de kameraadschap, de teambuilding, er samen voor gaan, niet om vijf uur naar huis. De samenleving is individualistischer. Toch heb ik nooit spijt gehad van de overstap.”

Zijn collega bij PreZero, Anthonita van Egmond, heeft niets dan lof voor hem. Ze vindt Royan rechtdoorzee en zeer loyaal. Ze moest wel wennen aan zijn manier van communiceren. Die was kortaf.

“Ik kreeg mailtjes waarin hij met drie woorden reageerde op mijn vraag. Een beetje onbeleefd vond ik dat. Tot ik begreep dat het zijn manier van communiceren was. Militair eigen misschien. Nou, prima dan. Meer informatie had ik eigenlijk ook niet nodig.”

“Achteraf heeft mijn kwetsbaarheid positief uitgepakt”
(Royan)

Over zijn militaire verleden wist ze aanvankelijk niet veel, behalve dat er dingen waren gebeurd die hem diep hadden geraakt. Dat werd ten volle duidelijk toen het bedrijf een tweedaagse bijeenkomst organiseerde voor het management. Een pilote van Defensie was uitgenodigd voor een inspirerende presentatie.

Anthonita van Egmond: “We zaten in een halfopen tent en Royan zat achter mij. Het was een spannend, heftig verhaal. Op een gegeven moment zag ik Plouf overeind komen en dichter bij Royan gaan zitten. Ik dacht, hier is iets aan de hand. Royan gaf aan dat het wel ging. Maar het ging helemaal niet.”
Royan van Velse: “De pilote had mij vóór haar presentatie met Plouf gezien. Ze maakte nog een grapje over de hond. Geen probleem, dacht ik, ze is ex-militair, die legt wel een link. Maar toen begon ze met haar verhaal.”
“In één keer kwamen op het scherm allemaal beelden van neerstortende helikopters voorbij. Ik hoorde mitrailleurschoten. Binnen een seconde zat ik in oorlogsgebied. Ik was niet meer in staat daaraan te ontsnappen.”
“Plouf zag het gebeuren. Ze begon meteen tegen me aan te springen. Ik zat te huilen en te trillen. Ik ben zelf beschoten in een helikopter. Dit was voor mij super traumatisch. Ik zag Anthonita kijken. Ze nam me meteen mee naar buiten.”
Anthonita van Egmond: “Samen zijn we het bos ingelopen. Toen hoorde ik voor het eerst wat hij had meegemaakt. Zo heftig. Ik weet dat dit soort dingen gebeuren in de wereld, maar het raakte mij, ook omdat er zoveel eenzaamheid uit sprak. Hoe kun je dit aan als mens? Ik vond hem meteen een soort van held.”
Royan van Velse: “Ik wou eigenlijk naar huis, maar ik wilde ook niet onderdoen voor de anderen. Veel collega’s kwamen naar me toe en waren behulpzaam. Achteraf heeft mijn kwetsbaarheid positief uitgepakt. Als je laat zien wat je voelt, hoe je bent, levert het meer waardering op dan wanneer je wegloopt.“
“Ik heb die avond nog wel last gehad. Ik zat te eten en toen mijn bord leeg was zag ik zo’n helikopter uit het bord komen. Ik was behoorlijk van de wereld. Ik heb er 2, 3 maanden heel slecht van geslapen. Elke keer weer nachtmerries. Nog steeds heb ik er last van. Dat zie je ook aan mij.”

De veteraan heeft veel waardering voor de manier waarop Anthonita hem toen opving. Ze was overdonderd, maar handelde adequaat.

Anthonita van Egmond: “Ik schaamde me bijna, omdat we als organisatie niet hadden nagedacht over de impact van de presentatie. Ik had Royan notabene geholpen met de communicatie rondom Plouf. Ik had intern een mail rondgestuurd met een verhaal over zijn ptss zodat alle collega’s wisten waarom Royan met een hulphond op het werk kwam.”
“Het heeft me daarna nog heel erg beziggehouden, dus ik was verrast dat Royan tegen mij zei: ‘Ik vond het fijn dat je er was voor mij’. Ik was blij dat hij het zo heeft ervaren, want ik vond het superstom van ons als organisatie dat we dit hadden laten gebeuren.”
Royan van Velse: “Door over mijn ptss te praten is er wel een hele last van me afgevallen. Mensen leren je beter kennen, maar het omgekeerde gebeurt ook. Collega’s voelen zich vrijer om verhalen uit hún leven te delen.”
“Vanuit HR werd er meteen goed gereageerd. Het werd niet veroordeeld. Het eerste wat ze vroegen: ‘Moeten we iets regelen voor de hond? Een mand, een kleedje of een bak?’ Dat vond ik heel mooi en spontaan.”
“Natuurlijk is het niet makkelijk om over je ptss te praten. Als mensen oprecht geïnteresseerd zijn vind ik het prima. Maar je krijgt ook opmerkingen als ‘Waarom heb je dat, we zien niets aan je?’ of ‘Wat heb je dan meegemaakt?’ Soms denken mensen dat je gevaarlijk bent en kunt doorslaan. Dan kan ik wel zeggen, dat gaat niet gebeuren, het is gewoon een angststoornis, maar ik heb er niet altijd zin in om het uit te leggen.”

“Ik kan evengoed een rugzakje hebben waarvan de werkgever niks weet”
(collega)

Veteranen worden nogal eens geassocieerd met littekens, met trauma’s. Dat kan zorgen voor koudwatervrees bij bedrijven. Remko Walsweer vindt dat niet terecht.

Remko Walsweer: “Wij hebben met Royan goede ervaringen. Hij is een voorbeeld hoe het ook kan. Natuurlijk is het tijdens dat evenement fout gegaan. Dat was een pijnlijke situatie, waar ik ook erg van ben geschrokken. Maar het is ook fijn dat hij het gedeeld heeft met ons, dat hij heeft aangegeven wat het met hem doet en hoe lang de nasleep dan nog is.”
“Als werkgever kunnen wij er voor hem zijn zolang je in dialoog blijft. Wat kunnen we doen om hem optimaal te laten functioneren? Als je zoiets bespreekbaar maakt en je kent de talenten van je werknemer, dan kan dat leiden tot een perfecte combinatie. Ik kan het iedere werkgever aanbevelen.”

Anthonita van Egmond voegt eraan toe: “Ik kan evengoed een rugzakje hebben waarvan de werkgever niks weet. Iedereen maakt in zijn of haar leven iets mee. Daar hoef je geen militair voor te zijn geweest.”
“Ik zou werkgevers met koudwatervrees willen adviseren om er doorheen te kijken, om vooral te kijken naar de mens die tegenover je zit. Wat brengt-ie aan kwaliteiten met zich mee? Een achtergrond bij Defensie kan ook heel positief zijn. Royan voegt met zijn kennis en ervaring veel toe aan ons bedrijf.”
Remko Walsweer: “Door zijn tijd in het leger heeft Royan veel veerkracht ontwikkeld. Dat is bewonderenswaardig. Hij is ook een verbinder, steeds op zoek naar collegialiteit. Hij houdt van lol maken en samen sporten.”
“Zijn werkethos is groot. Hij is gedreven, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid. Ik heb niet het idee dat hij van zijn collega’s meer eist dan ze aankunnen. Met zijn drive is hij hen soms wel een stapje voor. Hij heeft een intrinsieke motivatie om zichzelf altijd te verbeteren.”

“Hij heeft een intrinsieke motivatie om zichzelf altijd te verbeteren”
(werkgever)

Op 4 mei, tijdens Dodenherdenking op de Dam, vormde Royan met zijn hulphond een erewacht. Zijn collega Anthonita zat er thuis met trots naar te kijken.

Anthonita van Egmond: “Ik zag Plouf meteen. Daar moest Royan dus ook zijn. Ik kreeg tranen in mijn ogen. Ik realiseerde me volop wat Royan en de andere mensen die daar stonden allemaal gedaan hebben. Voor ons, voor mij, voor onze vrijheid, voor de vrijheid van andere mensen. Je leven in de waagschaal stellen voor iets waarin ze geloven. Dat vind ik fantastisch. Ik weet niet of ik dat zou durven.”

Royan van Velse voelde zich eerst geen veteraan, ondanks al zijn missies.

“Ik heb jaren geleden meegedaan met een kranslegging tijdens dodenherdenking. Ik stond er met veteranen die in Korea en Indië waren geweest, ver weg, zonder communicatie met het thuisfront, niet wetend wanneer ze weer naar huis zouden gaan. Er waren ook mensen die in de oorlog in het verzet hadden gezeten. Die hadden één of twee medailles. En ik stond daar als jonge veteraan met heel veel medailles. Ik moest notabene vóór hen gaan staan. Dat vond ik echt verschrikkelijk. Ik ben daarna niet meer gegaan.”

“Inmiddels zijn er meer dan honderdduizend mensen met uitzendervaring. Toen ik er wat vaker over ging praten, ook met andere veteranen, had ik toch iets van ja, ik heb ook mijn nek uitgestoken, ik heb ook mijn leven gewaagd, ik ben ook veteraan. Nu ben ik er ook trots op. Het veteranenspeldje dat ik bij gelegenheden draag laat zien dat ik bereid bent geweest het hoogste offer te brengen, niet alleen voor mijn land, maar voor de vrede en veiligheid van iedereen.”

“Jaren geleden vroeg iemand of ik spijt had van wat ik heb gedaan. Mijn antwoord was ‘nee’. Ik had geen spijt. Of ik het allemaal over zou doen? Nee, dacht ik toen. Als de vraag me nu zou worden gesteld zou ik ‘ja’ zeggen. Ik zou het overdoen. De reden is dat ik weet dat er licht is aan het eind van de tunnel. Mijn littekens worden opgevangen door de hond. Door Plouf kan ik weer normaal leven.”

Veteraan Royan van Velse, leidinggevende Remko Walsweer en Anthonita van Egmond, manager marketing en communicatie van PreZero in gesprek met oud-nieuwslezer en filmer Gijs Wanders.