Na zijn opleiding aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding stelde Michiel Hollander zich de vraag: hoe verder? Het werd Defensie.
“Ik zag mooie reclames met avontuur, samenwerken en sporten. Ik wilde natuurlijk het hoogst haalbare. Dat was het Korps Mariniers, een elitekorps. Veel mensen vallen af bij de selectie. Dat betekende een uitdaging voor mij. Er waren mensen die zeiden dat ik het niet zou redden. Het is me gelukt. Ik heb er negen jaren mooie en goede dingen gedaan. Daar ben ik trots op.”
De marinier ging meerdere keren op missie. Naar Albanië, Kosovo, Ethiopië/Eritrea en Irak.
“De meeste uitzendingen waren vredesbewarend en humanitair. Irak was riskanter. Ik weet dat mijn moeder al die maanden niet of slecht heeft geslapen. Ik gaf leiding aan 6 jonge jongens voor wie het hun eerste uitzending was. Ik had er alles aan gedaan om ze goed voor te bereiden, met aandacht ook voor hun thuisfront.”
Er waren in Irak incidenten waarbij ze moesten handelen voor hun eigen veiligheid. Toch zijn gevechten niet het eerste waaraan de veteraan denkt.
“De meest intensieve ervaring was niet een geweldsincident, maar de gezondheid van één van mijn jongens. Midden in de woestijn kreeg hij een hitteberoerte. Dan moet je adequaat handelen en zorgen dat er medische hulp komt. Als ik terugdenk aan deze missie komt die herinnering naar boven.”
“Michiel is een gevoelsmens, ik ga niet lopen wroeten”
(Bob Woudstra)
Hoe zou Bob Woudstra, zijn huidige manager, de oud-marinier typeren?
Woudstra: “Michiel is een vrolijke, spontane en zeer betrouwbare collega, misschien wel meer dan een collega, ook een vriend. Van zijn militaire achtergrond weet ik niet veel. Hij loopt er niet mee te koop. Ik heb er daarom ook niet naar gevraagd. Je denkt toch snel aan veteranen met littekens, met ptss bijvoorbeeld. Michiel is een gevoelsmens, dus moet je voorzichtig zijn. Ik ga niet lopen wroeten.”
Welk beeld had Woudstra van veteranen?
“Mensen met een bagage, met een verhaal, misschien ook wel beschadigd. Dat is toch vaak het algemene beeld. Dat kwam ook door mijn gebrek aan kennis. Inmiddels weet ik dat veteranen ook jonge mensen kunnen zijn, mannen en vrouwen, die gedreven en met veel plichtsbesef op uitzending zijn geweest.”
Kan hij zien dat Michiel een veteraan is?
“Absoluut. Dat merk je aan hoe hij in het leven staat, hoe hij acteert op het werk. Zorgzaam, met oog voor detail, communicatief, met gevoel voor verantwoordelijkheid. Hij houdt zich aan zijn afspraken. Iemand ook die hecht aan kameraadschap, die zijn vriendennetwerk in stand houdt, die met een Moeder Gans gevoel de boel bij mekaar houdt.”
Hoe kijkt Michiel Hollander terug op zijn missies?
Michiel Hollander: “Ik heb me nooit afgevraagd of de missies zinvol waren. Ik had immers geen invloed op de ontwikkelingen in de maanden vóór en na mijn aanwezigheid. Plannen die hogerop werden gemaakt waren buiten mijn bereik. Ik deed wat ik moest doen en voerde dat zo goed mogelijk uit. Mijn focus lag op wat ik ter plekke aan resultaat kon bereiken.”
De oud-marinier praat op zijn huidige werk niet of nauwelijks over zijn militaire achtergrond.
“Natuurlijk wordt er wel eens gevraagd of ik gevaarlijke situaties heb meegemaakt en of ik geschoten heb. Daar kan ik natuurlijk een mooi verhaal over maken, maar ik loop er niet mee te koop. Je zult van mij op de social media geen foto’s zien van de bijzondere dingen die ik heb gedaan.”
“Ik vind het belangrijker dat ik leiding mocht geven aan jonge mariniers voor wie het de eerste missie was. Ik gaf ze persoonlijke aandacht, maar ik vroeg ook iets terug. Hoe denken jullie dat we dit moeten gaan doen? Ik maakte ze verantwoordelijk. Door de aandacht voor hen hoefde ik minder na te denken hoe het voor mezelf was.”
“Het was mooi om mijn groep compleet en veilig thuis te brengen. De families en vriendinnetjes waren blij. Een aantal kwam me bedanken. Die gasten waren natuurlijk zelf ook trots. Dit hadden we toch maar mooi met elkaar gedaan.”
“Defensie heeft mij volwassener gemaakt”
(Michiel Hollander)
Hebben de missies hem gevormd?
“Zeker. Gekscherend roep ik altijd dat ik door Defensie ben opgevoed. Daarmee doe ik mijn ouders en mijn omgeving natuurlijk te kort. Maar het is wel zo dat Defensie mij volwassener heeft gemaakt.”
Waarin ziet hij dat terug?
“In mijn zorg voor anderen. Mijn hang naar saamhorigheid. Accepteren dat bepaalde dingen ook gewoon zo zijn, maar dat ik ook iets moet doen als ik iets vind. Vroeger gooide ik mijn kont tegen de krib. Dat eigenwijze is gebleven, maar ik heb wel geleerd om te doen wat gevraagd wordt. Ik mag van alles vinden, maar ik moet ook verantwoordelijkheid nemen.”
De oud-marinier heeft een hoog arbeidsethos. Hoe gaan zijn collega’s daarmee om?
Bob Woudstra: “Positief, hoewel niet iedereen het leuk vindt op zijn vingers getikt te worden. Michiel is iemand die zich houdt aan de afspraak. Dat eist hij ook van anderen. Doen wat van je gevraagd wordt en je opdracht correct uitvoeren. Zo leerde hij het in het leger. In de burgermaatschappij is het al gauw van: oké, waarom? Michiel gaat daar goed mee om. Hij heeft geen last van haantjesgedrag. Hij doet het op een sociale manier. Het voel nooit als bedreigend. Hij biedt ook altijd hulp aan.”
Defensie heeft een andere cultuur dan het bedrijfsleven. Dat kan botsen. Woudstra ziet het anders.
“Ze zijn complementair aan elkaar. Bij Defensie leer je discipline en heb je te maken met rangen en orde, in de burgermaatschappij kun je misschien wat makkelijker zeggen: “Ik ben het er niet mee eens” en wordt er naar je argumenten geluisterd. Beide culturen kunnen elkaar versterken.”
Michiel Hollander ging na 9 jaar weg bij Defensie omdat er voor hem te weinig mogelijkheden waren om door te groeien. Los daarvan wilde hij na 4 missies niet meer maandenlang van huis zijn. Hij werkte enige tijd als ambulancechauffeur en daarna in de jeugdzorg. Uiteindelijk belandde hij in de ICT-wereld waar hij zich heeft opgewerkt tot projectmanager.
“Ik ben heel erg zoekende geweest. Wat is de ideale organisatie? Wat is de doelgroep waar ik voor wil werken? Welke collega’s passen daarbij?”
“De ambulancezorg bleek voor mij te weinig intellectuele uitdaging. Ik zou een verpleegkundige opleiding kunnen gaan doen, maar dat kon ik financieel niet rondbreien. Dus zette ik de stap naar de jeugdzorg.”
“Mijn laatste werkgever in het sociaal domein was Veilig Thuis. De hulpverlening sprak mij erg aan, maar ik vond mezelf niet geschoold genoeg voor de grote verantwoordelijkheid die ik kreeg.”
“Bij Veilig Thuis gingen ze op zeker moment werken met een nieuw registratiesysteem. Ik kwam in contact met de softwareleverancier en merkte dat het twee verschillende werelden waren, de ontwikkelaar en de gebruiker. Ze begrepen elkaar niet. Ik kon de vertaalslag maken en verbinden. Zo ben ik in de ICT terecht gekomen. Het is een rol die me ligt en die ik heel erg leuk vind.”
“Wat je van jezelf eist, verwacht je ook van je collega’s”
(Michiel Hollander)
De oud-marinier had geen spijt van zijn overgang naar de burgermaatschappij, al voelde hij soms wel iets van heimwee.
“Ik mis de saamhorigheid, het met elkaar optrekken, de lol die je hebt, elkaar in de maling nemen, naar een doel trainen met mensen die je blind kunt vertrouwen. Natuurlijk kom je dat ook wel tegen bij mensen die helemaal geen defensieachtergrond hebben. Ik ken fijne collega’s die ook dat stapje extra zetten. Maar het gaat me vooral om die kernwaarden van discipline, teamgeest, niet lullen maar poetsen, er staan wanneer het moet, de lat hooghouden Wat je van jezelf eist, verwacht je ook van je collega’s.”
“Het was lastig toen mijn oud-collega’s naar Afghanistan gingen. Gelukkig vond ik afleiding in mijn ambulancewerk dat nieuw voor me was. Ik ben wel naar de kazerne gegaan toen ze terugkwamen van hun missie.”
“Als je diep in mijn hart kijkt zou ik morgen meegaan op uitzending, desnoods als reservist, maar in mijn omgeving staan ze daar natuurlijk niet om te springen.”
ECI Software Solutions is een Amerikaans bedrijf. In de VS worden veteranen op het schild geheven. “Thank you for your service” klinkt het dan. Veteranen die Defensie verlaten zijn bij de vestiging in Nederland welkom, maar ze hebben geen streepje voor.
Bob Woudstra: “We kijken altijd naar de kracht van mensen. Waar zit hun talent? Natuurlijk zijn veteranen interessant omdat ze wat extra’s meebrengen, dat gedisciplineerde en het plichtsbesef, een stapje harder lopen waar een ander misschien denkt: het is wel goed zo. Dat zijn pluspunten. Ongekende krachten misschien wel, inderdaad. Dat maakt veteranen interessant voor het bedrijfsleven.”
De beeldvorming zit veteranen soms in de weg. De samenleving associeert hen al snel met littekens, met ptss bijvoorbeeld, een traumatische stressstoornis. Michiel Hollander wil dit nuanceren.
“Het beeld klopt niet, net zomin als de indruk dat missies achteraf geen nut hebben gehad. De meeste veteranen komen ongehavend en verrijkt met ervaringen terug. Bovendien is de psychosociale hulp en begeleiding bij Defensie vele malen beter dan vroeger. Bij de brandweer bijvoorbeeld begint dat nu pas op gang te komen.”
“Ik denk dat de kans dat medewerkers zónder militair verleden littekens hebben net zo groot is. Die maken ook van alles mee. Je doet jezelf als werkgever tekort wanneer je je laat leiden door koudwatervrees. De kernkwaliteiten van veteranen zijn veel meer waard dan een litteken dat ze misschien hebben.”
De oud-marinier zegt zelf geen littekens te hebben opgelopen.
“Ik heb tijdens de missies veel geleerd. Het is mij gelukt om dat om te zetten in positieve herinneringen. Dat is cruciaal. Ik denk dat veteranen die minder goed terugkijken daar eerder onrust van krijgen.”
Zou hij het allemaal nog eens overdoen als hij de keuze had?
“Ja, absoluut. Het heeft mij echt gevormd. Ik leef bewuster. Het heeft mij doen realiseren wat ik in het leven belangrijk ben gaan vinden.”
“Terugdenkend mis ik soms de mooie dingen die ik heb gedaan. Ik mis de ambulancedienst, de enerverende ritten, met zwaailampen door het verkeer rijden. Ik mis de verpleegkundigen met wie ik heb gewerkt. Maar ik zit nog steeds met ze op de tribune bij Ajax en dan halen we dierbare herinneringen op. Natuurlijk vergeet je al die uren van wachten, net zoals ik bij Defensie toch ook een heleboel saaie dingen heb gedaan. Dat hoort erbij. Dat moet je accepteren. Ook dat heeft me gevormd.”
Tot slot heeft hij nog wel een tip aan veteranen die net als hij de overstap naar de burgermaatschappij overwegen.
“Bedenk wat je leuk vindt en wat je kunt. Defensie heeft positieve en negatieve kanten en herinneringen, maar dat heeft elk bedrijf ook. Af en toe moet je dingen doen die je niet leuk vindt of waar je niet achter staat, maar die moet je wel gewoon doen. Accepteer dat en wees realistisch in je verwachtingen.”
“En tegen Defensie zou ik willen zeggen: Geef mensen een portfolio mee. Laat zien wat ze allemaal hebben gedaan. Hang er de nodige certificaten aan. En maak het leesbaar voor werkgevers, zonder militair jargon. Zorg ervoor dat ze naar de ervaring en voorbij de standaard diploma’s kijken.”
Om de beste ervaringen te bieden, gebruiken wij technologieën zoals cookies om informatie over je apparaat op te slaan en/of te raadplegen. Als je geen toestemming geeft of uw toestemming intrekt, kan dit een nadelige invloed hebben op bepaalde functies en mogelijkheden.
Stichting Onbekende Helden
Nachtegaallaan 11
5731 XP Mierlo
(van 10.00 tot 16.00 uur)