Veteraan Lobke Degenaar en leidinggevende Jan Willem Besselaar, directeur marketing & communicatie BUas

"Het vraagt lef, je pak uitdoen en je kameraden achterlaten"

In de serie “Veteranen, mensen met Ongekende Krachten” praat oud-nieuwslezer en filmer Gijs Wanders met Afghanistan-veteraan Lobke Degenaar en haar leidinggevende Jan Willem Besselaar, directeur marketing & communicatie BUas (Breda University).

Lobke, waarom koos je voor Defensie?

“We woonden in de buurt van een vliegveld. Dat fascineerde me. Luchtvaart is voor mij magie. Als klein kind spaarde ik veren. Ik dacht: ik wil kunnen vliegen. Later werd ik afgekeurd voor piloot. Toen ben ik als communicatiespecialist bij de Koninklijke Luchtmacht ingestroomd. Wat me bij Defensie trok was het teamgevoel, maar ook het avontuur. Bovendien wilde ik iets betekenen voor de ander, iets bijdragen aan een hoger doel.”

Je bent uitgezonden naar Afghanistan, heb je voor je gevoel iets kunnen bijdragen?

“Wil je daar iets veranderen dan heeft dat jaren tijd nodig. Daarom zocht ik voldoening in kleine dingen. Ik heb veel journalisten rondgeleid. Je wilt dat mensen in Nederland zich realiseren wat de missie inhoudt, maar er zijn ethische grenzen. Dan gaat het erom wat je wel en niet laat zien. Wat als iemand gewond is geraakt en de familie thuis de beelden op het Journaal ziet? Kun je een gewond Afghaans kind in ons militaire hospitaal filmen? Wat zijn de consequenties voor dat kwetsbare kind als de Taliban die beelden zien?”

Haar huidige leidinggevende is bekend met Lobkes militaire verleden.

Jan Willem Besselaar: “Bij onze eerste kennismaking vertelde ze met enige trots dat ze op missie was geweest. Ik mocht een herinneringsboek inzien dat ze had gemaakt. Het werd me duidelijk dat ze ook zware momenten heeft beleefd, zoals de dood van één van de militairen met wie ze daar zat. Dat raakte me.”

“Ze kan de club heel mooi bij elkaar houden”
(Jan Willem)

Hoe zou je Lobke willen typeren?

“Als een hele fijne, gedreven, hardwerkende collega. Iemand die qua communicatie een kanjer is. Ze kan de club heel mooi bij elkaar houden.”

Zoals veel militairen roemt ook Lobke Degenaar de kameraadschap in het leger.

Lobke: “Op missie ben je met jonge mensen bij elkaar. Je draagt verantwoordelijkheid voor elkaars veiligheid. Het kan gaan om leven of dood. Dat creëert een enorme band. Je maakt met z’n allen bijzondere dingen mee. Die bespreek je met elkaar. En als je er doorheen zit help je mekaar. Je familie is ver weg. Je kunt niet zomaar even bellen of appen. Dan worden je collega’s je familie. Dat maakt de kameraadschap uniek.”
Jan Willem: “Die saamhorigheid vind ik heel mooi. Dat proberen we hier op de hogeschool ook te hebben, maar dat is natuurlijk een heel andere gradatie van kameraadschap. Daar gaat het over levensbedreigende situaties en ben je op elkaar aangewezen.”

In hoeverre heeft de tijd bij defensie Lobke gevormd?

Lobke: “Dan moet ik denken aan een liedje dat iemand op uitzending draaide. Dat was van Bram Vermeulen. “Ik heb een steen verlegd in de rivier” Deze collega had een kind verloren en wilde dat met ons delen. Als je de steen verlegt stroomt de rivier voor altijd anders. Dat was wat er ook met mij gebeurde. Ik maakte dingen mee die me voor altijd hebben veranderd.”
“Je ziet wat van de wereld, de mooie dingen maar ook leed. Dat doet wat met je. Ik ging mezelf levensvragen stellen. Wat wil ik met mijn leven? Ik maak bewustere keuzes. Maar ik leerde ook omgaan met stress. Ik werd veerkrachtiger. Toen ik van huis ging was ik best kinderlijk naïef en puur, ik kwam volwassener terug.”

“Ik maakte dingen mee die me voor altijd hebben veranderd”
(Lobke)

Voel jij iets van littekens?

“De missie heeft me veranderd, niet beschadigd. Wel zijn er indrukken die niet meer weggaan. Het beeld van gewonde Afghaanse kinderen bijvoorbeeld. Wat voor toekomst gaan zij tegemoet? Ik weet nog toen ik m’n tweede kind op een avond de fles gaf en dacht: wat heb jij het hier goed, jochie. Wat heb jij een geluk dat jouw wiegje in Nederland staat.”

Zou je de missies nog een keer overdoen?

“Absoluut, vooral omdat ik dat nu zou doen vanuit een andere basis, met meer ervaring.”

Waarom ben je bij defensie weggegaan?

“Ik was toe aan een nieuwe levensfase. Bovendien had ik een kinderwens. Het begon te knellen. Daar had ik last van. Defensie gaf me de kans om extern stage te lopen. Dat was fijn. Ik kwam terecht bij Breda University, de hogeschool in Breda. Wat me aansprak was hun maatschappelijke visie. Defensie komt in actie als niks meer werkt, het onderwijs staat aan het begin van de keten. Door kinderen te ontwikkelen kun je werken aan een betere wereld. Dat sprak me aan. Je kunt me niet de communicatie bij elk willekeurig bedrijf laten doen.”
“Het afscheid van de luchtmacht was wennen. Ik was toch wel een tikkeltje geïnstitutionaliseerd. Ik moest letterlijk het pak uittrekken. Dat is gek. In de burgermaatschappij voelde ik me een zebra tussen de paarden. Het heeft wel even gekost om me er thuis te voelen en mezelf opnieuw uit te vinden.”

Was je je identiteit kwijt?

“Nee. Je bent nog steeds wel een individu, maar je stapt uit een bubbel waar je altijd samen bezig was, ook in de weekenden. Defensie stopt niet na zevenen, het is geen standaard baan.”

Ziet Jan Willem een verschil tussen mensen met en zonder militaire achtergrond?

Jan Willem: “Zeker. Lobke is een zeer actie gedreven dame. Dat zal voor een deel in haar persoonlijkheid liggen, maar voor een deel ook in de vorming bij defensie. In het begin kreeg ik daar wel opmerkingen over. “Lobke drijft het er flink doorheen, hè?” zeiden collega’s. Nou móest dat ook voor een aantal trajecten. We hebben een rebranding van onze hogeschool achter de rug, van NHTV naar BUas. Dat was een zwaar traject met de nodige weerstand. Lobke heeft dat prima gedaan. Kritiek op haar klinkt allang niet meer. Collega’s zien haar als een leider.”

“Ik was huiverig om te zeggen dat ik van Defensie kwam”
(Lobke)

Wisten de collega’s iets van haar militaire achtergrond?

Lobke: “Eigenlijk niet anders dan dat je een nieuwe collega vraagt: goh, waar kom jij vandaan? Je vertelt dit niet tussen een boterham en vergadering door. Daar heb je meer tijd voor nodig. En er is voor mij een stukje waar ik niet over vertel, iets wat moeilijk te verwoorden is.”
“Ik heb bij mezelf gemerkt dat ik huiverig was om te zeggen dat ik van defensie kwam. Er hangt een stigma omheen. Er wordt al gauw gedacht dat je iemand bent van de strakke hiërarchie, iemand die orders geeft, terwijl ik bij defensie juist coachend leidinggeven heb geleerd, kijken wat voor talenten er in de groep zitten. Maar het is soms moeilijk tegen een stigma te vechten.”

Merkte jij bij jezelf een andere werkethiek?

“Ja. Bij defensie ging ik altijd door. Dat was normaal. Je stond er wanneer het nodig was. Op de hogeschool is ‘t meer van, de school sluit, we zijn klaar. Ik ben iemand van aanpakken, oplossingsgericht werken, loyaal zijn. Dat zijn wel dingen die mij kenmerken.”

Kan dat botsen met collega’s?

“Ja, en daar moet je je erg bewust van zijn. Ik kan kortaf overkomen. Waar we bij defensie mails van drie regels konden versturen, heb je hier meer woorden nodig. Als er nieuwe collega’s in het team komen zeg ik altijd: “Ik heb een militaire achtergrond. Als je van mij een mail ontvangt en je denkt die is te kort door de bocht, zeg het gewoon. Ik bedoel het negen van de tien keer niet zo, het is een ingesleten patroon waar ik aan werk.”

Loop je in je gedrevenheid soms voor de troepen uit?

“Ik kan nog wel eens gehaast zijn. Dan denk ik: de oplossing is duidelijk, dus daar gaan we naartoe. Maar ik moet rekening houden met collega’s die meer tijd nodig hebben. Ik heb geleerd het even te laten sudderen. Daar hebben de missies me bij geholpen. Wat is het ergste dat er kan gebeuren? Het gaat niet om leven en dood. Geef mensen de tijd om over dingen na te denken. Zorg dat je iedereen aan boord krijgt.”

Jan Willem prijst haar kwetsbare openheid, zoals hij vol lof is over meer kwaliteiten die Lobke in huis heeft. Ter illustratie noemt hij één van haar adequate optredens.

Jan Willem: “We hadden een medisch noodgeval. Iemand kreeg een epileptisch aanval. Lobke kwam meteen in actie. Ze bleef super rustig en gaf anderen instructies. Ze bracht de situatie naar een goed einde en deed ook nazorg. Dat kordate zie je ook als een gesprek of overleg dreigt te escaleren. Ze analyseert heel snel en grijpt ferm en professioneel in. Het team kan dat van haar hebben, want ze biedt altijd een helpende hand.”
“Op onze hogeschool is het bewust beleid om mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt aan te nemen. Niet toevallig heeft Lobke zo iemand onder haar hoede, een prima werknemer die net iets meer begeleiding nodig heeft. Lobke heeft haar helpen slagen op de afdeling en succesvol naar een vast dienstverband geholpen. Dat kan zij gewoon goed. Zij wil mensen helpen en beter maken.”

“Ze analyseert heel snel en grijpt ferm en professioneel in”
(Jan Willem)

Lobke is ook scherp op de actualiteit. Zodra er iets in het nieuws speelt, zoals de oorlog in Oekraïne of Gaza, maakt zij een vertaalslag naar de hogeschool.

Jan Willem: “Dan is het al heel snel van: moeten wij hier op reageren? We hebben 7.000 studenten. Ze komen uit de hele wereld. Er zijn er dus ook met een Palestijnse en Israëlische achtergrond. Lobke vraagt zich dan meteen af of we iets voor hen moeten organiseren, altijd vanuit de zorg die ze voelt.”
Lobke: “BUas is een internationale hogeschool met veel culturen. We moeten het met elkaar doen. Het is belangrijk dat studenten weten dat we oog hebben voor wat er in de wereld gebeurt en dat het impact kan hebben op hen, of ze nou van Russische of Oekraïense afkomst zijn. Onze zorg draagt bij aan hun welzijn en studieprestaties. Ze komen hier om te studeren, maar in hun rugzak zit ook een stukje persoonlijke vorming. Hopelijk leveren zij later een bijdrage aan een betere wereld.”

Wat is jouw advies aan militairen die Defensie zouden willen verlaten en net als jij de overstap naar de burgermaatschappij zouden willen maken?

“Praat eerst met de organisatie over je wensen en kijk of er mogelijkheden zijn om daar de bakens te verzetten. Of vraag om een stage. Als je echt naar buiten wilt, wees niet bang voor de stap. Je hebt nog zoveel hoofdstukken in je boek die je kunt vullen. Je komt nieuwe avonturen tegen. Dat is wat militairen leuk vinden, een avontuur aangaan. Het vraagt wel lef, je pak uitdoen en je kameraden achterlaten. Maar gun jezelf de tijd om te wennen, om mensen je talenten te laten zien. Je hoeft niet meteen alles te kunnen.”

En wat zouden jullie tot slot willen zeggen tegen werkgevers die koudwatervrees hebben als het gaat om het aannemen van veteranen, misschien uit angst voor littekens?

Jan Willem: “Ik zou geen twijfels koesteren. Ik zou wel vragen hebben. Vragen die je aan elke sollicitant stelt. Hoe zit je in elkaar? Pas je bij onze organisatie? Ik zou willen weten wat iemand heeft meegemaakt in het leven, militair of niet. Burgers kunnen ook moeilijke situaties doormaken en trauma’s oplopen. Dat kan trouwens ook kracht geven.”
Lobke: “Ik zou tegen de werkgevers zeggen: gemiste kans. Je kunt mensen binnenhalen met enorme skills, die je nauwelijks kunt aanleren in het onderwijs: loyaliteit, verantwoordelijkheid durven pakken, meedenken over oplossingen, hard werken voor de baas, verder gaan dan alleen maar tot 5 uur… Welke baas wil daar geen gebruik van maken? (Lachend) Je zou nog stom zijn ook.”

Veteraan Lobke Degenaar en leidinggevende Jan Willem Besselaar, directeur marketing & communicatie BUas in gesprek met oud-nieuwslezer en filmer Gijs Wanders.

Zoeken
Sluit dit zoekvak.

Stichting Onbekende Helden
Nachtegaallaan 11
5731 XP Mierlo 

Telefoon: 0800 – 300 150
(van 10.00 tot 16.00 uur)