Jeroen Kolthof

Luchtmobiele Brigade tot en met 2012

"Als het even tegenzit, zet je door"

Nadat Jeroen Kolthof de middelbare school had afgerond, koos hij ervoor om naar de Luchtmobiele Brigade te gaan. Een jongensdroom die eindelijk uitkwam. Na meerdere dienstjaren en een uitzending naar Afghanistan begon hij aan een rechtenstudie. Nu werkt hij voor het internationale advocatenkantoor Clifford Chance en laat hij zien wat veteranen kunnen toevoegen in het bedrijfsleven.

Kun je iets vertellen over je militaire achtergrond?
“Zeker! Ik ben in 2008 begonnen bij de Luchtmobiele Brigade. Na een half jaar opleiding heb ik mijn rode baret gehaald en ben ik ingedeeld bij het 12e Regiment van Heutsz. Daar heb ik tot en met 2012 gezeten.”

Nu werk je bij het internationale advocatenkantoor Clifford Chance. Hoe ben je daar terechtgekomen?
“Dat is een bijzonder pad geweest. Defensie was voor mij echt een jongensdroom, iets wat ik van jongs af aan al wilde doen. Ik ben opgegroeid in Weert en vanuit ons huis keek je uit op de stormbaan van de KMS. Als je daar als klein jongetje een middag naar kijkt, ben je verkocht. Zo is het bij mij wel zo’n beetje begonnen. Toen ik de middelbare school afrondde was ik 18, dus kon ik mijn droom achterna gaan. Ik wilde heel graag bij de Luchtmobiele Brigade en gelukkig lukte het om daar terecht te komen. Met mijn middelbareschooldiploma had ik ook naar de Koninklijke Militaire Academie (KMA) gekund, maar ik heb ervoor gekozen om eerst het soldatenleven in te gaan.
“Na mijn eerste contract ben ik me gaan oriënteren, omdat ik me graag verder wilde ontwikkelen. Ik heb toen even naar de KMA gekeken, maar uiteindelijk koos ik voor een studie buiten Defensie. Dat deed ik om meerdere redenen, maar vooral omdat er op dat moment heel erg bezuinigd werd op Defensie. Een loopbaan als officier leek me daardoor te onzeker, dus ben ik rechten gaan studeren. Ik wist niet echt wat ik anders moest doen en rechten is een behoorlijk brede opleiding, met genoeg zijdeuren naar Defensie. Uiteindelijk heb ik er toch voor gekozen om bij Clifford Chance aan de slag te gaan, een van de grootste advocatenkantoren ter wereld. Daar houd ik me bezig met het begeleiden van financieringsprojecten van, voornamelijk, fusies en overnames. Echt de internationale advocatuur.”

Waarom koos je voor het soldatenleven en niet voor de KMA?
“Ik wilde graag met de voeten in de modder staan. Toen ik bij Defensie kwam, liep de missie in Afghanistan al op zijn einde, maar ik wilde dat nog graag meemaken. De KMA duurt vier jaar, dus dan zou ik die missie missen. Destijds was het bij de Luchtmobiele Brigade niet de vraag óf je op uitzending gaat, maar wanneer je op uitzending gaat. Dat speelde dus erg mee.”

De jongens in jouw lichting hadden een hele andere middelbare schoolopleiding. Hoe was dat?
“Echt heel anders dan de middelbare school. Al mijn vrienden van toen gingen studeren en lieten bij wijze van spreken hun haar groeien omdat ze bij een studentenvereniging zaten. Mijn haren gingen er in de eerste opleidingsweek juist vanaf, dus dat contrast was enorm. Toch is Defensie wel een mooie doorsnee van de maatschappij. Je komt alles en iedereen tegen, van iedere achtergrond, opleiding en opvoeding. Er zaten meerdere jongens bij die een vergelijkbare opleiding hadden, maar er alsnog voor kozen om soldaat te worden. Vaak om dezelfde reden als die van mij.
“Toen ik me aanmeldde, hebben ze bij Defensie wel geprobeerd om me bij de KMA te krijgen. Ik kreeg opmerkingen te horen als: ‘Weet je het wel zeker? Met jouw opleiding kun je dit ook doen.’ Ze probeerden me zeker te sturen daarin, maar ze hadden snel door dat mijn keuze al vaststond.
“Ik heb nooit moeite gehad om me te schikken in de rol van soldaat. Ik had ook het idee dat veel officieren het wel fijn vonden dat ze iemand in hun groep hadden die ze wel om een boodschap konden sturen en waarmee ze af en toe konden sparren.”

Kun je wat meer vertellen over je opleiding en je missie naar Afghanistan?
“De basisopleiding voor de Luchtmobiele Brigade duurt zo’n halfjaar en daarna kom je bij een parate eenheid terecht. Al vrij snel werd duidelijk dat we in maart 2010 aan de beurt zouden zijn om naar Afghanistan te gaan. Dan begint het opwerktraject. Je krijgt dan allerlei specialisatieopleidingen, waarbij ik Combat Life Saver werd, en ik kreeg een extra opleiding als .50-boordschutter. Vervolgens ga je met je eenheid veel op oefening, ook in het buitenland, zoals de binnenlanden van Spanje, om te wennen aan een meer woestijnachtige omgeving. Je gaat met je eenheid een vast traject in om naar een uitzending toe te werken. Dat duurt ongeveer een jaar, dus dat gaat wel redelijk snel.

Wat was jouw meest indrukwekkende ervaring in Afghanistan?
“Het gigantische verschil in de manier waarop kinderen opgroeien. In Nederland groeien we in de regel heel zorgeloos op. Dat contrast is enorm. Als je ziet hoe de kinderen daar rondlopen, en de ernst op hun gezichten, dat is heel indrukwekkend. Je wordt als militair getraind voor heel veel verschillende situaties, maar niet voor het moment waarop een jong kind met een geamputeerd been langs loopt.”

Wat vond je het mooiste aan je uitzending?
“Ik denk dat dat de missie als geheel is. Iets wat vaak hoort bij mensen is dat ze, ongeacht waar ze werken, op zoek zijn naar een stukje zingeving. ‘Waar doe ik het voor?’ en ‘Wat draag ik bij?’. Dat idee had ik daar wel heel sterk. Je bent bezig met iets dat groter is dan jijzelf. Dat klinkt misschien wat zweverig, maar je werkt daar wel echt aan een betere wereld. Als je daarnaartoe gaat, ben je bereid om alles ervoor te geven. Je loopt niet dagelijks rond met dat idee, maar zeker achteraf gezien vond ik mijn uitzending om die reden een hele mooie periode, hoe heftig zo’n uitzending ook kan zijn. We hebben bijvoorbeeld ook mensen verloren daar. Toch denk ik dat we daar echt ons steentje hebben kunnen bijdragen.”

Hoe zie je de stap van het fysieke werk als militair naar een rechtenstudie?
“Dat is een enorme stap. Het was dan ook gigantisch wennen. Ik was 22 toen ik weer begon met studeren en dan zit je opeens in een collegezaal met mensen van 18. Ik had al behoorlijk wat ervaring in m’n rugzak zitten, dus dat verschil was heel groot.
“Ik ben wel fanatiek blijven sporten. Dat deed ik vóór mijn militaire opleiding al, maar tijdens mijn studie pakte ik dat echt weer op. Ik ging hardlopen, zwemmen, fietsen en deed uiteindelijk ook triatlons. Deels omdat het ontzettend leuk is, maar ook als uitlaatklep. Dat zoek ik nog steeds op.”

We zitten nu in het kantoor van Clifford Chance te Amsterdam. In hoeverre werkt jouw militaire DNA mee of tegen als je hier aan het werk bent?
“Het DNA van de luchtmobiele militair houdt in dat je met een bepaalde mate van zelfvertrouwen dingen gewoon durft en doet. Als het even tegenzit, zet je door. Dat zijn eigenschappen die ik nog iedere dag bewust toepas. Als ik iets durf te doen, ga ik er ook echt vol voor. Denk bijvoorbeeld aan het begeleiden van een transactie. Hard werken, maar niet klagen en gewoon doorgaan. Dat doe ik nog iedere dag. Dat is zowel een zegen als een vloek. Het helpt je gigantisch in je werk, maar af en toe neem je daardoor ook te veel hooi op je vork. Dat is wel typisch iets voor de infanteriesoldaat. Je wil maar blijven gaan, dus nee zeggen of stoppen zit er niet bij.”

Wat is op dit moment je functie bij Clifford Chance?
“Ik zit in het Banking & Finance-team. Wij begeleiden onder andere ondernemingen, banken en private investeerders bij hun transacties. Als bijvoorbeeld een bank wil investeren in een onderneming, begeleiden wij dat juridische proces van a tot z.
“Ik ben gespecialiseerd in de ondernemersrechtelijke kant. Zo’n specialisatie begint tijdens je studie en master. In het bedrijf word je vervolgens verder opgeleid. We hebben natuurlijk die juridische gereedschapskist op de universiteit meegekregen, maar bij zo’n groot bedrijf zitten er ook grote commerciële en financiële aspecten aan vast. Het is heel veel ‘learning on the job’. Mijn echte persoonlijke specialisme is het houden van overzicht tijdens grote, complexe transacties, vaak met een internationale invalshoek, en van alles wat er gebeurd tijdens zo’n transactie wat weten en daarover kunnen adviseren. Ik ben eigenlijk een generalist.”

Defensie is erg veel bezig met reservisten. Is dat iets waar jij zelf ook over nadenkt?
“Ja, ik heb sterk overwogen om reservist te worden. Dat doe ik nog steeds eigenlijk. Op dit moment zou ik er simpelweg geen tijd voor hebben. Ik wil graag een connectie houden met Defensie, dus dat zou voor mij een reden zijn om reservist te worden. Ik ben wel bang dat mijn beeld van mijn militaire tijd dan verandert. Ik kijk nu terug op een fantastische tijd, waarin ik veel geleerd heb en een leuke groep om me heen had. Als ik reservist word vind ik het misschien wel veel minder leuk waardoor het beeld dat ik nu nog steeds heb wat zou vervagen. Daar zou ik graag een keer met iemand over praten. Ik heb die knoop nog niet doorgehakt.”

Zou jij anderen aanraden om bij Defensie te gaan werken?
“Absoluut! Als ik zie hoe het mij heeft gevormd, zou ik het iedereen al aanraden. Ik denk dat de dingen die je daar leert voor iedereen toepasbaar zijn. Je krijgt een bepaalde mindset mee en het militaire DNA wordt erin gedrild. Dat is van toegevoegde waarde, ongeacht wat je daarna gaat doen. Of je nou het bedrijfsleven in gaat of binnen Defensie blijft. De waarden die je meekrijgt bij Defensie zijn van onschatbare waarde. Je wordt even uit je vertrouwde omgeving gehaald en leert enorm veel mensen kennen. Ik kan me niet voorstellen dat dat een negatieve invloed kan hebben op je toekomst.”

Zou je nog iets willen toevoegen aan dit gesprek?
“Ik merk dat werkgevers het heel indrukwekkend vinden als je militaire ervaring hebt. Veteranen komen weleens slecht in het nieuws, bijvoorbeeld door Bosnië. Ik denk dat er te weinig begeleiding is geweest, waar veel mensen met PTSS ook over naar buiten zijn getreden. Dat levert toch een stempel op. Maar dat komt absoluut niet overeen met mijn ervaring. Als ik kijk hoe mijn legermaatjes terecht zijn gekomen, is dat waanzinnig indrukwekkend. Ik hoor van heel veel collega’s dat ze het heel fijn vinden om dit soort ervaring binnenboord te hebben. Er zitten gewoon hele goede eigenschappen aan vast. Dat is geweldige reclame voor iedereen die overweegt om een stap binnen of buiten Defensie te zetten. We worden echt gezien en gewaardeerd!”

Jeroen Kolthof

Luchtmobiele Brigade tot en met 2012

Jeroen Kolthof

Luchtmobiele Brigade tot en met 2012

"Als het even tegenzit, zet je door"

Nadat Jeroen Kolthof de middelbare school had afgerond, koos hij ervoor om naar de Luchtmobiele Brigade te gaan. Een jongensdroom die eindelijk uitkwam. Na meerdere dienstjaren en een uitzending naar Afghanistan begon hij aan een rechtenstudie. Nu werkt hij voor het internationale advocatenkantoor Clifford Chance en laat hij zien wat veteranen kunnen toevoegen in het bedrijfsleven.

Kun je iets vertellen over je militaire achtergrond?
“Zeker! Ik ben in 2008 begonnen bij de Luchtmobiele Brigade. Na een half jaar opleiding heb ik mijn rode baret gehaald en ben ik ingedeeld bij het 12e Regiment van Heutsz. Daar heb ik tot en met 2012 gezeten.”

Nu werk je bij het internationale advocatenkantoor Clifford Chance. Hoe ben je daar terechtgekomen?
“Dat is een bijzonder pad geweest. Defensie was voor mij echt een jongensdroom, iets wat ik van jongs af aan al wilde doen. Ik ben opgegroeid in Weert en vanuit ons huis keek je uit op de stormbaan van de KMS. Als je daar als klein jongetje een middag naar kijkt, ben je verkocht. Zo is het bij mij wel zo’n beetje begonnen. Toen ik de middelbare school afrondde was ik 18, dus kon ik mijn droom achterna gaan. Ik wilde heel graag bij de Luchtmobiele Brigade en gelukkig lukte het om daar terecht te komen. Met mijn middelbareschooldiploma had ik ook naar de Koninklijke Militaire Academie (KMA) gekund, maar ik heb ervoor gekozen om eerst het soldatenleven in te gaan.
“Na mijn eerste contract ben ik me gaan oriënteren, omdat ik me graag verder wilde ontwikkelen. Ik heb toen even naar de KMA gekeken, maar uiteindelijk koos ik voor een studie buiten Defensie. Dat deed ik om meerdere redenen, maar vooral omdat er op dat moment heel erg bezuinigd werd op Defensie. Een loopbaan als officier leek me daardoor te onzeker, dus ben ik rechten gaan studeren. Ik wist niet echt wat ik anders moest doen en rechten is een behoorlijk brede opleiding, met genoeg zijdeuren naar Defensie. Uiteindelijk heb ik er toch voor gekozen om bij Clifford Chance aan de slag te gaan, een van de grootste advocatenkantoren ter wereld. Daar houd ik me bezig met het begeleiden van financieringsprojecten van, voornamelijk, fusies en overnames. Echt de internationale advocatuur.”

Waarom koos je voor het soldatenleven en niet voor de KMA?
“Ik wilde graag met de voeten in de modder staan. Toen ik bij Defensie kwam, liep de missie in Afghanistan al op zijn einde, maar ik wilde dat nog graag meemaken. De KMA duurt vier jaar, dus dan zou ik die missie missen. Destijds was het bij de Luchtmobiele Brigade niet de vraag óf je op uitzending gaat, maar wanneer je op uitzending gaat. Dat speelde dus erg mee.”

De jongens in jouw lichting hadden een hele andere middelbare schoolopleiding. Hoe was dat?
“Echt heel anders dan de middelbare school. Al mijn vrienden van toen gingen studeren en lieten bij wijze van spreken hun haar groeien omdat ze bij een studentenvereniging zaten. Mijn haren gingen er in de eerste opleidingsweek juist vanaf, dus dat contrast was enorm. Toch is Defensie wel een mooie doorsnee van de maatschappij. Je komt alles en iedereen tegen, van iedere achtergrond, opleiding en opvoeding. Er zaten meerdere jongens bij die een vergelijkbare opleiding hadden, maar er alsnog voor kozen om soldaat te worden. Vaak om dezelfde reden als die van mij.
“Toen ik me aanmeldde, hebben ze bij Defensie wel geprobeerd om me bij de KMA te krijgen. Ik kreeg opmerkingen te horen als: ‘Weet je het wel zeker? Met jouw opleiding kun je dit ook doen.’ Ze probeerden me zeker te sturen daarin, maar ze hadden snel door dat mijn keuze al vaststond.
“Ik heb nooit moeite gehad om me te schikken in de rol van soldaat. Ik had ook het idee dat veel officieren het wel fijn vonden dat ze iemand in hun groep hadden die ze wel om een boodschap konden sturen en waarmee ze af en toe konden sparren.”

Kun je wat meer vertellen over je opleiding en je missie naar Afghanistan?
“De basisopleiding voor de Luchtmobiele Brigade duurt zo’n halfjaar en daarna kom je bij een parate eenheid terecht. Al vrij snel werd duidelijk dat we in maart 2010 aan de beurt zouden zijn om naar Afghanistan te gaan. Dan begint het opwerktraject. Je krijgt dan allerlei specialisatieopleidingen, waarbij ik Combat Life Saver werd, en ik kreeg een extra opleiding als .50-boordschutter. Vervolgens ga je met je eenheid veel op oefening, ook in het buitenland, zoals de binnenlanden van Spanje, om te wennen aan een meer woestijnachtige omgeving. Je gaat met je eenheid een vast traject in om naar een uitzending toe te werken. Dat duurt ongeveer een jaar, dus dat gaat wel redelijk snel.

Wat was jouw meest indrukwekkende ervaring in Afghanistan?
“Het gigantische verschil in de manier waarop kinderen opgroeien. In Nederland groeien we in de regel heel zorgeloos op. Dat contrast is enorm. Als je ziet hoe de kinderen daar rondlopen, en de ernst op hun gezichten, dat is heel indrukwekkend. Je wordt als militair getraind voor heel veel verschillende situaties, maar niet voor het moment waarop een jong kind met een geamputeerd been langs loopt.”

Wat vond je het mooiste aan je uitzending?
“Ik denk dat dat de missie als geheel is. Iets wat vaak hoort bij mensen is dat ze, ongeacht waar ze werken, op zoek zijn naar een stukje zingeving. ‘Waar doe ik het voor?’ en ‘Wat draag ik bij?’. Dat idee had ik daar wel heel sterk. Je bent bezig met iets dat groter is dan jijzelf. Dat klinkt misschien wat zweverig, maar je werkt daar wel echt aan een betere wereld. Als je daarnaartoe gaat, ben je bereid om alles ervoor te geven. Je loopt niet dagelijks rond met dat idee, maar zeker achteraf gezien vond ik mijn uitzending om die reden een hele mooie periode, hoe heftig zo’n uitzending ook kan zijn. We hebben bijvoorbeeld ook mensen verloren daar. Toch denk ik dat we daar echt ons steentje hebben kunnen bijdragen.”

Hoe zie je de stap van het fysieke werk als militair naar een rechtenstudie?
“Dat is een enorme stap. Het was dan ook gigantisch wennen. Ik was 22 toen ik weer begon met studeren en dan zit je opeens in een collegezaal met mensen van 18. Ik had al behoorlijk wat ervaring in m’n rugzak zitten, dus dat verschil was heel groot.
“Ik ben wel fanatiek blijven sporten. Dat deed ik vóór mijn militaire opleiding al, maar tijdens mijn studie pakte ik dat echt weer op. Ik ging hardlopen, zwemmen, fietsen en deed uiteindelijk ook triatlons. Deels omdat het ontzettend leuk is, maar ook als uitlaatklep. Dat zoek ik nog steeds op.”

We zitten nu in het kantoor van Clifford Chance te Amsterdam. In hoeverre werkt jouw militaire DNA mee of tegen als je hier aan het werk bent?
“Het DNA van de luchtmobiele militair houdt in dat je met een bepaalde mate van zelfvertrouwen dingen gewoon durft en doet. Als het even tegenzit, zet je door. Dat zijn eigenschappen die ik nog iedere dag bewust toepas. Als ik iets durf te doen, ga ik er ook echt vol voor. Denk bijvoorbeeld aan het begeleiden van een transactie. Hard werken, maar niet klagen en gewoon doorgaan. Dat doe ik nog iedere dag. Dat is zowel een zegen als een vloek. Het helpt je gigantisch in je werk, maar af en toe neem je daardoor ook te veel hooi op je vork. Dat is wel typisch iets voor de infanteriesoldaat. Je wil maar blijven gaan, dus nee zeggen of stoppen zit er niet bij.”

Wat is op dit moment je functie bij Clifford Chance?
“Ik zit in het Banking & Finance-team. Wij begeleiden onder andere ondernemingen, banken en private investeerders bij hun transacties. Als bijvoorbeeld een bank wil investeren in een onderneming, begeleiden wij dat juridische proces van a tot z.
“Ik ben gespecialiseerd in de ondernemersrechtelijke kant. Zo’n specialisatie begint tijdens je studie en master. In het bedrijf word je vervolgens verder opgeleid. We hebben natuurlijk die juridische gereedschapskist op de universiteit meegekregen, maar bij zo’n groot bedrijf zitten er ook grote commerciële en financiële aspecten aan vast. Het is heel veel ‘learning on the job’. Mijn echte persoonlijke specialisme is het houden van overzicht tijdens grote, complexe transacties, vaak met een internationale invalshoek, en van alles wat er gebeurd tijdens zo’n transactie wat weten en daarover kunnen adviseren. Ik ben eigenlijk een generalist.”

Defensie is erg veel bezig met reservisten. Is dat iets waar jij zelf ook over nadenkt?
“Ja, ik heb sterk overwogen om reservist te worden. Dat doe ik nog steeds eigenlijk. Op dit moment zou ik er simpelweg geen tijd voor hebben. Ik wil graag een connectie houden met Defensie, dus dat zou voor mij een reden zijn om reservist te worden. Ik ben wel bang dat mijn beeld van mijn militaire tijd dan verandert. Ik kijk nu terug op een fantastische tijd, waarin ik veel geleerd heb en een leuke groep om me heen had. Als ik reservist word vind ik het misschien wel veel minder leuk waardoor het beeld dat ik nu nog steeds heb wat zou vervagen. Daar zou ik graag een keer met iemand over praten. Ik heb die knoop nog niet doorgehakt.”

Zou jij anderen aanraden om bij Defensie te gaan werken?
“Absoluut! Als ik zie hoe het mij heeft gevormd, zou ik het iedereen al aanraden. Ik denk dat de dingen die je daar leert voor iedereen toepasbaar zijn. Je krijgt een bepaalde mindset mee en het militaire DNA wordt erin gedrild. Dat is van toegevoegde waarde, ongeacht wat je daarna gaat doen. Of je nou het bedrijfsleven in gaat of binnen Defensie blijft. De waarden die je meekrijgt bij Defensie zijn van onschatbare waarde. Je wordt even uit je vertrouwde omgeving gehaald en leert enorm veel mensen kennen. Ik kan me niet voorstellen dat dat een negatieve invloed kan hebben op je toekomst.”

Zou je nog iets willen toevoegen aan dit gesprek?
“Ik merk dat werkgevers het heel indrukwekkend vinden als je militaire ervaring hebt. Veteranen komen weleens slecht in het nieuws, bijvoorbeeld door Bosnië. Ik denk dat er te weinig begeleiding is geweest, waar veel mensen met PTSS ook over naar buiten zijn getreden. Dat levert toch een stempel op. Maar dat komt absoluut niet overeen met mijn ervaring. Als ik kijk hoe mijn legermaatjes terecht zijn gekomen, is dat waanzinnig indrukwekkend. Ik hoor van heel veel collega’s dat ze het heel fijn vinden om dit soort ervaring binnenboord te hebben. Er zitten gewoon hele goede eigenschappen aan vast. Dat is geweldige reclame voor iedereen die overweegt om een stap binnen of buiten Defensie te zetten. We worden echt gezien en gewaardeerd!”

Jeroen Kolthof

Luchtmobiele Brigade tot en met 2012

Stichting Onbekende Helden
Nachtegaallaan 11
5731 XP Mierlo 

Telefoon: 0800 – 300 150
(van 10.00 tot 16.00 uur)