Baret aan de kapstok en dan...

Door: Wim Lenting

Ap van Gameren na 18 maanden dienstplichtig- en 4 jaar KV-marinier nog 34 jaar burgerfuncties bij de Marinierskapel, Dienst Employability en Externe Bemiddeling KM en DienstenCentrum Reïntegratie

Op 17-jarige leeftijd had ik al een reis van acht weken gemaakt door Canada. De indruk die Canada op me gemaakt had deed me besluiten te emigreren. Maar zo eenvoudig was dat niet. Ik had een sponsor nodig, een verblijfplaats en natuurlijk werk. Toen dat allemaal geregeld was werd de immigratie-aanvraag officieel ingediend. De uitslag daarop liet heel lang op zich wachten. Na bijna een jaar kwam de uitslag op het immigratieverzoek: afgewezen, en wel omdat ik eerst de dienstplicht moest vervullen. Een behoorlijke tegenvaller.

Keuring bij de Landmacht volgde. Daar werd me verteld dat ik wel in aanmerking kon komen voor de Marine. Bij de keuring voor de Marine werd me op de eerste dag verteld dat ik wel Marinier kon worden. De keuring duurde hierdoor vier dagen langer. Van de tachtig deelnemers aan de keuring bleef ik samen met nog een kandidaat over. Ik moest toch in dienst…dan maar goed. Dat heb ik geweten. November 1974 kwam ik op in Doorn en kwam in een ‘bak’ terecht met 16 medeslachtoffers. De eerste drie weken bivak, een soort kamperen op de hei, maar dan heel anders. IJskoud en nat, alles was nat, ’s nachts moesten je natte laarzen mee in de slaapzak, dat was de enige manier om ze droog te krijgen. Schuttersputjes graven, speedmarsen, zorgen voor je eigen potje, kippen villen en zo. Na die eerste drie weken begon de opleiding pas goed. Om 6 uur met vier kilometer hardlopen, vervolgens 500 meter zwemmen, daarna ontbijten en ja hoor dan begon het lesprogramma. Kortom een fantastische tijd. Drie maanden later en 15 kilo lichter kregen we als goed geoliede mariniers heel trots de zwarte baret uitgereikt.

Het begin van mijn carrière van 27 jaar bij de Marinierskapel der Koninklijke Marine
De dienstplicht was toen nog 18 maanden, dus ‘moest’ ik er nog 15. In Hilversum werd ik opgeleid voor algemene administratieve ondersteuning. April 1975 werd ik geplaatst bij de Van Ghentkazerne in Rotterdam. Daar stonden we, twee mariniers, net uit de opleiding, voor het eerst in de Van Ghentkazerne, mijn collega werd naar de eerste verdieping gestuurd, naar bureau declaraties. Ik moest op de begane grond blijven, het laatste bureau in de gang rechts, naast de tandarts. Toen pas zag ik dat ik terechtkwam bij de Marinierskapel. De dirigent/directeur, majoor Jean Pierre (Joop) Laro, zat aan een lange tafel een dikke sigaar te roken, verder zat daar een kapitein en een adjudant en er stond een klein tafeltje, niet groter dan de schrijfmachine die er opstond. Daar zat ik, in een voor mij totaal onbekende wereld. Als wat?….Als toeles (schrijver) bij de Marinierskapel een beroepsorkest met 60 musici en 30 Tamboers en Pijpers van het Korps Mariniers.

Ik had het uitstekend naar mijn zin bij de Marinierskapel. Omdat ik gitaar speelde en hetzelfde uniform droeg, mocht ik, als er lichte muziek op het programma stond, meedoen. Stel je voor, een orkest van 60 beroepsmusici, en wie zat daar in het midden vooraan bij het slagwerk, recht tegenover de dirigent……? Maar het einde van mijn diensttijd kwam gauw in zicht. Men wilde mij eigenlijk wel houden dus kreeg ik een Kort Verband-contract aangeboden voor 4 jaar, dat was het maximum. In deze vier jaar groeide mijn baan tot een belangrijke schakel voor zowel relaties buiten de Koninklijke Marine als de orkestleden.
Iemand van de vakbond noemde mij eens ‘de permanente draaischijf’ van de Marinierskapel. Na die 4 jaar wilde ik niet meer weg en men wilde mij ook niet kwijt.

Men heeft toen een reorganisatie bedacht waardoor mijn baan een burgerbaan werd. De toenmalig Commandant van het Korps Mariniers Romijn heeft er uiteindelijk voor gezorgd dan ik na het einde van mijn KV-kontrakt op vrijdag mijn baret en uniform aan de kapstok kon hangen om vervolgens op maandag in `burger’ de kazerne binnen te wandelen. Tegelijk met mijn uniform heb ik overigens mijn gitaar aan de wilgen gehangen. Heb later nog wel trombone gespeeld in het Politieorkest van Dordrecht. Inmiddels was mijn functie veranderd van toeles in secretaris en van secretaris in assistent-manager.

Kort daarop werd mijn functie uitgebreid met het verzorgen van de financiële administratie. Mijn functie veranderde daardoor in administrateur. Twee jaar lang volgde ik de opleiding NGPR-A. Daarnaast diverse cursussen en trainingen binnen defensie.

Commercieel Manager
In 1995 kwam mijn vierde directeur Maurice Hamers, nog steeds een van mijn beste vrienden, voor het orkest. Hij was toen 34 jaar. Ik heb geen broer, maar hij zou het kunnen zijn. Samen met hem heb ik mogen `vlammen’….the sky was the limit! We hebben in die periode het orkest op de wereldkaart gezet, letterlijk en figuurlijk. Kenners uit binnen- en buitenland spraken van het beste orkest van de wereld, op het gebied van symfonische blaasmuziek dan natuurlijk. We hebben de beste componisten en musici van de wereld mogen ontmoeten die we ook, dankzij de door ons losgekregen budgetten, voor en met het orkest mochten laten werken. Van Rusland tot Amerika, van Noorwegen tot Aruba en Curaçao, van Frankrijk tot Zwitserland. En…last but not least Japan! Eindelijk wist ik waar ik al die jaren op had gewacht! De handrem mocht er af! Maurice zorgde ervoor dat mijn functie veranderde van administrateur in commercieel manager. Alleen betekende dit niet dat het werk van de administrateur nu ineens door een ander gedaan werd. Nee, dit deed ik er gewoon bij.

In 1996 stonden Maurice en ik, een dag voordat het optreden zou plaatsvinden, samen op het grote podium van de Philharmonie in Sint Petersburg, een van de beroemde concertzalen van Rusland. Op datzelfde podium had Shostakovitch gestaan en Rimsky Korsakov en nog veel meer van dat kaliber. Zelfs in deze lege zaal voelden we de hele geschiedenis in de sfeer van het oude marmer, de bekleding en de gordijnen. Het was doodstil, maar we kregen kippenvel! Een dag later, voor aanvang van het concert, wandelde de eerste muzikant het podium op en zei: “wat een ouwe teringzooi is dat hier”. Ik was met stomheid geslagen. Het concert was fantastisch. De weduwe van Shostakovitch zat tussen Wim Kok en de ambassadeur met tranen in haar ogen te luisteren naar het Pianoconcert van haar man, gespeeld door de Marinierskapel met een Russische pianist als solist.

Eind 1999 begon ik met het voorbereiden van de evenementen rond de viering van 400 jaar betrekkingen met Japan. In oktober vertrok ik samen met Maurice naar Japan om de grote lijnen uit te zetten voor optredens van de Marinierskapel en Tamboers en Pijpers in Tokyo, Nagasaki, Kyoto en Osaka. Na terugkeer volgde de uitwerking van de plannen. In de periode december 1999 tot maart 2000 reisde ik daarna nog twee keer alleen naar Japan om de grote lijnen in te kleuren en alles te regelen voor het verplaatsen en onderbrengen van 90 personen en 45 m3 instrumentarium. Van onderhandelingen met het bestuur en de politie van Tokyo om gedurende twee uur op een zondag het verkeer stil te leggen in de grootste winkelstraat van Tokyo, de Ginza, tot het bedenken en organiseren van het slotfeest in het Imperial Hotel
voor de Japanse Keizerlijke en de Nederlandse Koninklijke familie, ik deed het alsof het de normaalste zaak van de wereld was.

Het slotfeest was een groot succes. Ik had geregeld dat Laura Fygi naar Tokyo overkwam om met het orkest te zingen en te swingen. Annemarie Jorritsma opende de dans met Prins Willem Alexander, iedereen was dolenthousiast, het feest was geslaagd. Vijf minuten na de laatste tonen belde Maurice vanuit de bar van het Imperial (het laatste stukje wat is overgebleven van het oorspronkelijke Imperial Hotel, ontworpen door Frank Lloyd Wright). Samen hebben we getoast, maar tussen de twee dubbele whisky’s zat wel 15.000 kilometer.

Een burn-out
Al dat werk was zo geweldig dat ik niet meer kon stoppen en dat zorgde in april 2000 voor een heftige burn-out. Een kleuter in het lichaam van een bejaarde voelde ik me tijdens mijn burn-out. Ik kon niets meer, niet meer schrijven, woorden vielen weg, mijn geheugen, waar ik al die jaren blindelings op kon vertrouwen, liet me in de steek. Een hele zware periode waarin ik veel hulp heb gehad van psychotherapeuten en door mee te doen groepstrainingen. De uitslag van een sterkte/zwakte-analyse bij HSK hielp me na al dat twijfelen over mezelf weer een beetje op de been.

Vijftien maanden na mijn burn-out ben ik op therapeutische basis voor twee uur per dag begonnen bij het Mariniersmuseum in Rotterdam. Van lieverlee is dit uitgebreid. Mijn functie bij de Marinierskapel was inmiddels opgeheven. En, wat nog veel belangrijker was: ik wilde niet meer terug. Doordat ik uitviel en eigenlijk in 26 jaar nog nooit ziek geweest was en ik gelukkig twee jaar voor mijn burn-out al had aangegeven dat de werkdruk te groot werd, is de Arbodienst erin gedoken. Nu zijn de diverse functies binnen de staf van de Marinierskapel volledig gewijzigd.

Hoofd van het Centrum voor Employability en Externe Bemiddeling KM in Den Haag
Als je functie vervalt betekent dat bij de Marine dat je herplaatsing kandidaat bent. Ik kwam dan ook terecht bij de Dienst Employability en Externe Bemiddeling van de KM (DEMEBKM). Mijn begeleider was Paul Brünott. Na vier intensieve gesprekken over: Wie ben ik? En Wat wil ik? Vroeg hij me hoe ik het zou vinden om zijn baan te gaan doen. Na enige bedenktijd heb ik ja gezegd en vanaf 2001 ben ik daar aan het werk gegaan als Counselor/studiebegeleider in opleiding. Paul is ook degene die de Post-HBO opleiding Loopbaan-en Mobiliteitsadviseur voor mij heeft geregeld. Een jaar later werd ik hoofd van het Centrum voor Employability en Externe Bemiddeling in Den Haag. Daar werden militairen en burgerambtenaren begeleid bij gedwongen of vrijwillig verlaten de KM.

DienstenCentrum Re-integratie
In 2007 werd DEMEBKM opgeheven en solliciteerde ik naar de functie van re- integratiebegeleider bij het nieuw op te richten DienstenCentrum Re-integratie (DCR). Ik werkte vanuit huis en begeleidde gewonde en zieke militairen en burgerambtenaren in de regio West-Brabant en Zeeland met als standplaats de Trip van Zoutlandtkazerne in Breda.

Remplaçantenregeling
In 2012, ik was toen 57, kon ik gebruik maken van een wachtgeldregeling en mocht ik vervroegd defensie verlaten.

Onbekende Helden
Voor de Stichting Onbekende Helden ben ik als vrijwilliger inmiddels al zeven jaar aan het werk en verzorg samen met mijn oud-collega’s van DCR, Klazina van Houwelingen en Rob van Rijn, met veel plezier Workshops bij het Nederlands Veteraneninstituut in Doorn voor veteranen, niet-veteranen en burgerambtenaren van defensie.

Daarnaast ben ik eigenaar van Sequoia Advies en Ontwikkeling voor coaching, training, counseling, loopbaanadvies, re-integratie, mobiliteit, burn-out begeleiding, preventie en outplacement. Op projectbasis Re-integratiebegeleider bij BuroWerkwijzer voor begeleiding van cliënten van het UWV.

Optreden Marinierskapel der Koninklijke marine, Rockefeller Center Plaza tijdens de tournee door de VS (april 1982), en opkomst 74/5 Van Braam Houckgeestkazerne.

Ap vertelde mij een verhaal waar ook hij trots op mag zijn: 

“Regelmatig kom ik met vrouw bij ons favoriete restaurant in Ootmarsum. Tijdens een van onze bezoeken in juli 2019 hielp de zoon van de eigenaar van het restaurant in de bediening, een knul van 19 jaar. Ik zag en merkte dat hij niet lekker in zijn vel zat en raakte met hem in gesprek. Het bleek inderdaad niet zo goed te gaan met hem. Hij wilde graag marinier worden maar realiseerde zich dat hij daar absoluut niet klaar voor was. Ik gaf hem mijn visitekaartje met de mededeling dat hij welkom was om eens van gedachten te wisselen.

In september 2019 stond hij voor de deur met de opmerking ‘Ik heb hulp nodig!” Eenmaal in mijn kantoor, raakte hij niet uitgesproken en vroeg mij wat ik voor hem zou kunnen betekenen. Ik vertelde hem dat ik meer dan 20 jaar mensen mocht coachen en begeleiden op een keerpunt in hun leven en dat ik graag met hem aan de slag wilde, immers, “de belangrijkste woorden op weg naar groei had hij al gebruikt: “Ik heb hulp nodig!”

Zijn eerste vraag was: “Ik weet niet of ik je kan betalen?” Ik vertelde hem dat hij mij kon betalen met zijn onvoorwaardelijke inzet, afspraken nakomen en adviezen op te volgen. “Bovendien,” zei ik, “ik doe dit werk voor veteranen en over een poosje ben jij veteraan, dus zo is de cirkel rond!”
We zijn gestart met tweewekelijkse afspraken, met het nodige huiswerk, ik heb hem aangemeld bij een bevriende bootcamp-instructrice die alleen in de natuur hier haar trainingen geeft, tevens bij een gepensioneerd boswachter bij wie hij kick-boksles volgde en last but not least bij een yogalerares voor de nodige ontspanning. Dit deed hij dus elke week, een jaar lang!

Een lang verhaal kort, Wim: november 2020 is hij gestart met de mariniersopleiding in Doorn, 9 juli 2021 heeft hij de Finex gedaan en kreeg hij de baret. Uiteraard was ik daar samen met zijn ouders bij. 20 Augustus 2021 is hij beëdigd en weer had ik geregeld dat ik er bij kon zijn.
Hij heeft het fantastisch naar zijn zin en is onderdeel van een operationele eenheid, na het verlof gaat hij de bergtraining volgen in Noorwegen.

Deze knul is in anderhalf jaar tijd enorm gegroeid, niet alleen fysiek maar ook mentaal. Ik ben dan ook super trots op hem”.

Stichting Onbekende Helden
Nachtegaallaan 11
5731 XP Mierlo 

Telefoon: 0800 – 300 150
(van 10.00 tot 16.00 uur)